Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. damp:
  2. dampen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor damp (Nederlands) in het Spaans

damp:

damp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de damp (walm; rook)
    el tufo; el humo espeso; el vaho
    • tufo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • humo espeso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • vaho [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor damp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
humo espeso damp; rook; walm
tufo damp; rook; walm haarkrul; krul
vaho damp; rook; walm heiigheid; uitwaseming; waas; wasem; zichtbare damp

Verwante woorden van "damp":


Wiktionary: damp

damp
noun
  1. de gasvormige toestand van een stof, de toestand die ontstaan is door verdamping

Cross Translation:
FromToVia
damp niebla; neblina mist — Water or other liquid finely suspended in air
damp vapor; vaho; emanación reek — vapor
damp vapor vapor — the gaseous state of a substance that is normally a solid or liquid
damp vapor vapour — the gas phase component of a liquid or solid
damp niebla brouillard — métrol|fr vapeur plus ou moins épaisse, et ordinairement froide, qui obscurcir l’air.
damp tufo; hedor exhalaison — didactique|fr Ce qui s’exhaler d’un corps.
damp humo fuméenuée de particules en suspension dans l’air former une masse gazeuse opaque, qui sortir des choses brûler, ou extrêmement échauffer par le feu.
damp vapor vapeur — Vapeur d’eau

dampen:

dampen werkwoord (damp, dampt, dampte, dampten, gedampt)

  1. dampen (verdampen; rook afgeven)
    emanar; exhalar; humear; vahear
  2. dampen (uitwasemen; stomen; wasemen)
    exhalar
  3. dampen (tabak roken)
    fumar

Conjugations for dampen:

o.t.t.
  1. damp
  2. dampt
  3. dampt
  4. dampen
  5. dampen
  6. dampen
o.v.t.
  1. dampte
  2. dampte
  3. dampte
  4. dampten
  5. dampten
  6. dampten
v.t.t.
  1. heb gedampt
  2. hebt gedampt
  3. heeft gedampt
  4. hebben gedampt
  5. hebben gedampt
  6. hebben gedampt
v.v.t.
  1. had gedampt
  2. had gedampt
  3. had gedampt
  4. hadden gedampt
  5. hadden gedampt
  6. hadden gedampt
o.t.t.t.
  1. zal dampen
  2. zult dampen
  3. zal dampen
  4. zullen dampen
  5. zullen dampen
  6. zullen dampen
o.v.t.t.
  1. zou dampen
  2. zou dampen
  3. zou dampen
  4. zouden dampen
  5. zouden dampen
  6. zouden dampen
diversen
  1. damp!
  2. dampt!
  3. gedampt
  4. dampend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

dampen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de dampen
    el vapóres

Vertaal Matrix voor dampen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vapóres dampen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emanar dampen; rook afgeven; verdampen transpireren; zweten
exhalar dampen; rook afgeven; stomen; uitwasemen; verdampen; wasemen roken; transpireren; walm afgeven; walmen; zweten
fumar dampen; tabak roken oproken; roken
humear dampen; rook afgeven; verdampen roken; transpireren; walm afgeven; walmen; zweten
vahear dampen; rook afgeven; verdampen roken; transpireren; walm afgeven; walmen; zweten

Verwante woorden van "dampen":


Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van damp