Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. terugwerpen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor terugwerpen (Nederlands) in het Spaans

terugwerpen:

terugwerpen werkwoord (werp terug, werpt terug, wierp terug, wierpen terug, teruggeworpen)

  1. terugwerpen (teruggooien)
    rechazar; devolver; remitir; restituir

Conjugations for terugwerpen:

o.t.t.
  1. werp terug
  2. werpt terug
  3. werpt terug
  4. werpen terug
  5. werpen terug
  6. werpen terug
o.v.t.
  1. wierp terug
  2. wierp terug
  3. wierp terug
  4. wierpen terug
  5. wierpen terug
  6. wierpen terug
v.t.t.
  1. heb teruggeworpen
  2. hebt teruggeworpen
  3. heeft teruggeworpen
  4. hebben teruggeworpen
  5. hebben teruggeworpen
  6. hebben teruggeworpen
v.v.t.
  1. had teruggeworpen
  2. had teruggeworpen
  3. had teruggeworpen
  4. hadden teruggeworpen
  5. hadden teruggeworpen
  6. hadden teruggeworpen
o.t.t.t.
  1. zal terugwerpen
  2. zult terugwerpen
  3. zal terugwerpen
  4. zullen terugwerpen
  5. zullen terugwerpen
  6. zullen terugwerpen
o.v.t.t.
  1. zou terugwerpen
  2. zou terugwerpen
  3. zou terugwerpen
  4. zouden terugwerpen
  5. zouden terugwerpen
  6. zouden terugwerpen
en verder
  1. ben teruggeworpen
  2. bent teruggeworpen
  3. is teruggeworpen
  4. zijn teruggeworpen
  5. zijn teruggeworpen
  6. zijn teruggeworpen
diversen
  1. werp terug !
  2. werpt terug !
  3. teruggeworpen
  4. terugwerpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor terugwerpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rechazar afbeuken; afslaan; afwijzen; afwimpelen; terugwijzen; weigeren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
devolver teruggooien; terugwerpen afstaan; belonen; betalen; bezoldigen; braken; capituleren; honoreren; kotsen; opgeven; overgeven; restitueren; retourneren; salariëren; spugen; spuwen; terecht brengen; terugbezorgen; terugbrengen; teruggeven; terugsturen; terugzenden; uitbraken; uitleveren; vomeren; zich overgeven
rechazar teruggooien; terugwerpen abstineren; achterhouden; afkeuren; afschepen; afslaan; afstemmen; afwijzen; afwimpelen; bedanken; behouden; declineren; ongeschikt verklaren; onthouden; opsturen; opzijleggen; posten; reserveren; sturen; terughouden; toezenden; uitwerpen; vertikken; verwerpen; verzenden; wegdringen; wegdrukken; wegduwen; weghouden; wegschuiven; wegsturen; wegzenden; weigeren
remitir teruggooien; terugwerpen capituleren; geld overmaken; opgeven; opsturen; overboeken; overgeven; overschrijven; overzenden; posten; sturen; terugbezorgen; terugsturen; toezenden; uitleveren; versturen; verzenden; wegsturen; wegzenden; zenden; zich overgeven
restituir teruggooien; terugwerpen restitueren; retourneren; terugbezorgen; terugbrengen; teruggeven; terugsturen; terugzenden

Wiktionary: terugwerpen


Cross Translation:
FromToVia
terugwerpen aplazar; despedir; destituir; devolver; reflejar renvoyerenvoyer de nouveau.