Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. passer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor passer (Nederlands) in het Spaans

passer:

passer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de passer
    el compás
    • compás [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor passer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
compás passer cadans; kompas; ritme

Verwante woorden van "passer":


Wiktionary: passer


Cross Translation:
FromToVia
passer calibre calipers — device used to measure thickness between two surfaces
passer compás pair of compasses — tool used to draw circles
passer compás compas — géom|fr instrument qui sert à reporter des longueurs et à décrire des circonférences.

Computer vertaling door derden:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor passer (Spaans) in het Nederlands

passer: (*Woord en zin splitter gebruikt)

Computer vertaling door derden: