Overzicht
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- verplicht:
- verplichten:
-
Wiktionary:
- verplicht → obligado, obligatorio
- verplicht → obligatorio, necesario
- verplichten → obligar
- verplichten → imponer
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verplicht (Nederlands) in het Spaans
verplicht:
-
verplicht (obligaat; obligatoir; vereist)
obligado; obligatorio; debido; que se debe-
obligado bijvoeglijk naamwoord
-
obligatorio bijvoeglijk naamwoord
-
debido bijvoeglijk naamwoord
-
que se debe bijvoeglijk naamwoord
-
-
verplicht (onvrijwillig; gedwongen; geforceerd)
obligado; obligatorio; fingido; afectado; forzado; compulsivo; involuntario; forzoso; antinatural; contranatural-
obligado bijvoeglijk naamwoord
-
obligatorio bijvoeglijk naamwoord
-
fingido bijvoeglijk naamwoord
-
afectado bijvoeglijk naamwoord
-
forzado bijvoeglijk naamwoord
-
compulsivo bijvoeglijk naamwoord
-
involuntario bijvoeglijk naamwoord
-
forzoso bijvoeglijk naamwoord
-
antinatural bijvoeglijk naamwoord
-
contranatural bijvoeglijk naamwoord
-
-
verplicht
obligatorio-
obligatorio bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verplicht:
Verwante woorden van "verplicht":
Wiktionary: verplicht
verplicht
Cross Translation:
adjective
-
door iets of iemand gedwongen
- verplicht → obligado; obligatorio
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verplicht | → obligatorio; necesario | ↔ mandatory — obligatory |
• verplicht | → obligatorio | ↔ obligatory — binding |
• verplicht | → obligatorio | ↔ obligatoire — Qui a la force d’obliger suivant la religion, suivre la loi. |
verplicht vorm van verplichten:
-
verplichten
Conjugations for verplichten:
o.t.t.
- verplicht
- verplicht
- verplicht
- verplichten
- verplichten
- verplichten
o.v.t.
- verplichtte
- verplichtte
- verplichtte
- verplichtten
- verplichtten
- verplichtten
v.t.t.
- heb verplicht
- hebt verplicht
- heeft verplicht
- hebben verplicht
- hebben verplicht
- hebben verplicht
v.v.t.
- had verplicht
- had verplicht
- had verplicht
- hadden verplicht
- hadden verplicht
- hadden verplicht
o.t.t.t.
- zal verplichten
- zult verplichten
- zal verplichten
- zullen verplichten
- zullen verplichten
- zullen verplichten
o.v.t.t.
- zou verplichten
- zou verplichten
- zou verplichten
- zouden verplichten
- zouden verplichten
- zouden verplichten
diversen
- verplicht!
- verplicht!
- verplicht
- verplichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verplichten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
compeler | verplichten | dwingen; forceren; noodzaken tot |
imponer | verplichten | aandringen; aangeven; aanhouden; casseren; declareren; doordrukken; doorduwen; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; eerbied inboezemen; geweld gebruiken; inleggen; invoegen; op iets aandringen; opdringen; tussenleggen |
Verwante definities voor "verplichten":
Wiktionary: verplichten
verplichten
Cross Translation:
verb
-
tot regel maken dat iets moet
- verplichten → obligar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verplichten | → imponer | ↔ imposer — Traductions à trier suivant le sens |