Overzicht
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. magiër:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor magiër (Nederlands) in het Spaans

magiër:

magiër [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de magiër (iemand die goochelt; goochelaarster; goochelaar; illusionist; kunstenmaker)
    el prestidigitador; el mago; el ilusionista; el artista; la maga; el acróbata; la prestidigitadora

Vertaal Matrix voor magiër:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acróbata goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër acrobaat; acrobate
artista goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër acteur; actrice; artiest; artieste; circusartiest; kunstenaar; kunstenares; kunstenmaakster; liedjeszanger; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner
ilusionista goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër
maga goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër
mago goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër duizendkunstenaar
prestidigitador goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër
prestidigitadora goochelaar; goochelaarster; iemand die goochelt; illusionist; kunstenmaker; magiër
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
artista artiest

Verwante woorden van "magiër":

  • magiërs

Wiktionary: magiër


Cross Translation:
FromToVia
magiër mago magician — practitioner of allegedly supernatural magic
magiër mago magician — performer of tricks
magiër hechicero; brujo wizard — person skilled with magic

Verwante vertalingen van magiër