Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zelfverzekerd:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zelfverzekerd (Nederlands) in het Engels

zelfverzekerd:

zelfverzekerd bijvoeglijk naamwoord

  1. zelfverzekerd
    self-confident

Vertaal Matrix voor zelfverzekerd:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
self-confident zelfverzekerd

Verwante woorden van "zelfverzekerd":


Wiktionary: zelfverzekerd

zelfverzekerd
adjective
  1. -
  2. confident in one's abilities
  3. confident
noun
  1. state of being self-confident