Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zeef:
  2. zeven:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zeef (Nederlands) in het Engels

zeef:

zeef [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de zeef (vergiet; klens; zever)
    the strainer; the colander

Vertaal Matrix voor zeef:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
colander klens; vergiet; zeef; zever
strainer klens; vergiet; zeef; zever

Verwante woorden van "zeef":


Verwante definities voor "zeef":

  1. halve bol met fijne gaatjes1
    • we doen de appelmoes door de zeef1

Wiktionary: zeef

zeef
noun
  1. een voorwerp met veel gaatjes voor het scheiden van een vloeistof of fijn poeder van de zich de daarin bevindende grotere vaste delen
zeef
noun
  1. device to separate larger objects

Cross Translation:
FromToVia
zeef sieve Sieb — Schale oder Fläche mit Löchern zum Trennen gemischter verschiedenartiger Bestandteile; auch im übertragenen Sinne verwendet (Sieb des Eratosthenes).

zeef vorm van zeven:

zeven werkwoord (zeef, zeeft, zeefde, zeefden, gezeefd)

  1. zeven (doorzijgen; filteren; filtreren; ziften)
    to sieve; to sift; to filter; to percolate
    • sieve werkwoord (sieves, sieved, sieving)
    • sift werkwoord (sifts, sifted, sifting)
    • filter werkwoord (filters, filtered, filtering)
    • percolate werkwoord (percolates, percolated, percolating)

Conjugations for zeven:

o.t.t.
  1. zeef
  2. zeeft
  3. zeeft
  4. zeven
  5. zeven
  6. zeven
o.v.t.
  1. zeefde
  2. zeefde
  3. zeefde
  4. zeefden
  5. zeefden
  6. zeefden
v.t.t.
  1. heb gezeefd
  2. hebt gezeefd
  3. heeft gezeefd
  4. hebben gezeefd
  5. hebben gezeefd
  6. hebben gezeefd
v.v.t.
  1. had gezeefd
  2. had gezeefd
  3. had gezeefd
  4. hadden gezeefd
  5. hadden gezeefd
  6. hadden gezeefd
o.t.t.t.
  1. zal zeven
  2. zult zeven
  3. zal zeven
  4. zullen zeven
  5. zullen zeven
  6. zullen zeven
o.v.t.t.
  1. zou zeven
  2. zou zeven
  3. zou zeven
  4. zouden zeven
  5. zouden zeven
  6. zouden zeven
diversen
  1. zeef!
  2. zeeft!
  3. gezeefd
  4. zevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zeven

  1. zeven
    seven
    – being one more than six 2

zeven [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zeven (theezeefjes)
    the sieves; the screens
    • sieves [the ~] zelfstandig naamwoord
    • screens [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zeven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
filter filter; filterzakje; regel
screens theezeefjes; zeven
seven zevental
sieves theezeefjes; zeven geschrei; tranen vergieten; vergieten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
filter doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften filteren; laten doorsijpelen; percoleren
percolate doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften
sieve doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften
sift doorzijgen; filteren; filtreren; zeven; ziften ordenen; rangeren; schiften; sorteren; uitzoeken
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
seven zeven

Verwante woorden van "zeven":

  • zevens, zeventje, zeventjes, zeef

Verwante definities voor "zeven":

  1. het door een zeef laten lopen1
    • je moet het sap eerst zeven, dan zijn de klontjes eruit1

Wiktionary: zeven

zeven
noun
  1. het gehele getal tussen zes en acht, in Arabische cijfers 7, in Romeinse cijfers VII
verb
  1. de grote van de kleine deeltjes scheiden met behulp van een zeef
zeven
verb
  1. to put something through a sieve
  2. to strain, sift or sort using a sieve
  3. to examine (something) carefully
  4. to separate
numeral
  1. cardinal number 7
noun
  1. the figure seven
  2. a card bearing seven pips

Cross Translation:
FromToVia
zeven seven sept — Six plus un
zeven seven sept — Le nombre 7.
zeven sift; screen; sieve; strain tamiserséparer des éléments d'un mélange à l'aide d'un tamis.