Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. winstgevend:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor winstgevend (Nederlands) in het Engels

winstgevend:

winstgevend bijvoeglijk naamwoord

  1. winstgevend (lucratief; lonend; rendabel; )
    profitable; advantageous; valuable; lucrative; rewarding; to advantage

Vertaal Matrix voor winstgevend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
advantageous lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend bevorderlijk; dienstig; gunstig; positief; tot nut
lucrative lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
profitable lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
rewarding lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
valuable lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend kostbaar; verdienstelijk; waardevol
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
to advantage lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend

Verwante woorden van "winstgevend":

  • winstgevendheid, winstgevender, winstgevendere, winstgevendst, winstgevendste, winstgevende

Wiktionary: winstgevend

winstgevend
adjective
  1. producing profit

Cross Translation:
FromToVia
winstgevend advantageous; superior; lucrative; moneymaking; profitable avantageux — Qui apporte, qui produit de l’avantage.
winstgevend lucrative; moneymaking; profitable; curious; interesting; quaint intéressant — Qui intéresser ; qui suscite l’intérêt.
winstgevend profitable rentable — finance|fr lucratif, qui procure une rente, qui donne un bénéfice ou un gain satisfaisant, suffisant.