Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- verbruiken:
- verbruik:
-
Wiktionary:
- verbruiken → consume
- verbruiken → consume, use up, consummate
- verbruik → consumption
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verbruiken (Nederlands) in het Engels
verbruiken:
-
verbruiken (consumeren; gebruiken)
-
verbruiken (opmaken; doorjagen)
Conjugations for verbruiken:
o.t.t.
- verbruik
- verbruikt
- verbruikt
- verbruiken
- verbruiken
- verbruiken
o.v.t.
- verbruikte
- verbruikte
- verbruikte
- verbruikten
- verbruikten
- verbruikten
v.t.t.
- heb verbruikt
- hebt verbruikt
- heeft verbruikt
- hebben verbruikt
- hebben verbruikt
- hebben verbruikt
v.v.t.
- had verbruikt
- had verbruikt
- had verbruikt
- hadden verbruikt
- hadden verbruikt
- hadden verbruikt
o.t.t.t.
- zal verbruiken
- zult verbruiken
- zal verbruiken
- zullen verbruiken
- zullen verbruiken
- zullen verbruiken
o.v.t.t.
- zou verbruiken
- zou verbruiken
- zou verbruiken
- zouden verbruiken
- zouden verbruiken
- zouden verbruiken
diversen
- verbruik!
- verbruikt!
- verbruikt
- verbruikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
verbruiken
Vertaal Matrix voor verbruiken:
Verwante woorden van "verbruiken":
Wiktionary: verbruiken
verbruiken
Cross Translation:
verb
-
to use
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verbruiken | → consume; use up; consummate | ↔ consommer — détruire et dénaturer par l’usage certains objets, comme vin, viande, bois, et toutes sortes de provisions. |
• verbruiken | → consume; use up | ↔ consumer — user, épuiser une chose ou un être jusqu’à les réduire à rien, jusqu’à les détruire. |
verbruiken vorm van verbruik:
-
het verbruik (consumptie)
-
het verbruik
the consumption -
het verbruik
the consumption– The items used, time spent and costs incurred during servicing that are not included in the invoice to the customer. 1
Vertaal Matrix voor verbruik:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
consumption | consumptie; verbruik | spijsvertering; vertering |
expenditure | consumptie; verbruik | besteding; uitgaven |
use | consumptie; verbruik | aanwenden; aanwending; behandeling; doel; gebruik; hantering; inzet; nut; nuttigheid; toepassing; waarde; zin |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
use | aangrijpen; aanwenden; benutten; bezigen; consumeren; doorjagen; gebruik maken van; gebruiken; gebruikmaken; hanteren; opmaken; toepassen; utiliseren; verbruiken |
Verwante woorden van "verbruik":
Wiktionary: verbruik
verbruik
noun
verbruik
-
de totale verbruikte hoeveelheid
- verbruik → consumption
noun
-
the amount consumed
-
the act of consuming something