Nederlands

Uitgebreide vertaling voor triviaal (Nederlands) in het Engels

triviaal:

triviaal bijvoeglijk naamwoord

  1. triviaal (onbelangrijk; futiel; nietsbetekenend; )
    insignificant; trivial; futile; meaningless; unimportant; trifling; unremarkable
  2. triviaal (schunnig; banaal; vunzig; )
    banal; coarse; gross; trivial; vulgar; unsavoury; vapid; shabby; nasty; below the belt; rotten; unmannerly; trite; unsavory

Vertaal Matrix voor triviaal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gross grootste deel; gros; meerderheid; merendeel
trifling beuzelarij; futselarij; getreuzel
trivial krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coarse banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schofterig; schunnig; strak; vlak; vlakuit; vunzig
futile futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend ijdel; nutteloos; onbeduidend; tevergeefs; vergeefs; vruchteloos; zonder resultaat
gross banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig bruto; grof; kliederig; knoeierig; laag-bij-de-grond; lomp; morsig; plat; platvloers; schromelijk; schunnig; vuil; vunzig
insignificant futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend gering; luttel; miniem; minimaal; minste; weinig
meaningless futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend hol; inhoudsloos; leeg; nietszeggend; nutteloos; zinledig; zinloos; zonder nut
nasty banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig achterbaks; donker; doortrapt; dubieus; duister; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; in het geniep; kwalijk; leep; listig; misselijk; naar; obscuur; onguur; onpasselijk; onwel; pesterig; ploertig; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; verdacht
rotten banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig akelig; bedorven; belabberd; beroerd; ellendig; kliederig; knoeierig; lamlendig; morsig; naar; rot; rottig; slecht; vergaan; verrot; voos; vuil
shabby banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig aan lager wal; armelijk; armoedig; armzalig; berooid; flodderig; haveloos; karig; kliederig; knoeierig; luizig; mager; morsig; onooglijk; pover; schamel; schooierig; schraal; sjofel; sjofeltjes; verlopen; vuil
trifling futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend beuzelachtig
trivial banaal; futiel; grof; laag-bij-de-grond; lomp; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig; weinigzeggend
unimportant futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend
unremarkable futiel; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend
unsavory banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig flauw; grof; laag-bij-de-grond; lomp; muf; onappetijtelijk; onfris; onsmakelijk; onverkwikkelijk; plat; platvloers; schunnig; smakeloos; stuitend; vunzig; walgelijk; zonder smaak; zouteloos
unsavoury banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig flauw; grof; laag-bij-de-grond; lomp; muf; onappetijtelijk; onfris; onsmakelijk; onverkwikkelijk; plat; platvloers; schunnig; smakeloos; stuitend; vunzig; walgelijk; zonder smaak; zouteloos
vapid banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig muf; onfris; smakeloos; stijlloos
vulgar banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; grof; laag-bij-de-grond; lomp; losbandig; ordinair; plat; platvloers; schunnig; strak; tuchteloos; vlak; vlakuit; vulgair; vunzig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banal banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig
below the belt banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig
trite banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig
unmannerly banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig bot; lomp; onbehouwen; onbeschaafd; ongelikt; onopgevoed

Verwante woorden van "triviaal":

  • triviale

Wiktionary: triviaal

triviaal
adjective
  1. gewoon
triviaal
adjective
  1. of little significance
  2. trashy, trivial, of little value