Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Zoek: spar

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: spar

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

spar:
- spruce; fir; spruce-fir
Wiktionary:
- spar → spruce, fir
- spar → spruce, fir, spruce-fir

Engels naar Nederlands: Meer gegevens...

spar:
- spaat; rondhout
Wiktionary:
- spar → rondhout, spier
- spar → advocatuur, advocatenstand, balie, baar, paal, pijp, roede, schacht, spijl, stang, staf, stok, mast

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spar (Nederlands) in het Engels

spar:

spar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de spar (sparrenboom)
the spruce; the spruce-fir
– any coniferous tree of the genus Picea ¹
- spruce [the ~] zelfstandig naamwoord
- spruce-fir [the ~] zelfstandig naamwoord
the fir
– any of various evergreen trees of the genus Abies; chiefly of upland areas ¹
- fir [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fir	spar; sparrenboom
spruce	spar; sparrenboom
spruce-fir	spar; sparrenboom
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
spruce		kittig

Verwante woorden van "spar":

sparren, sparen

Verwante definities voor "spar":

bepaald soort naaldboom²
- sparren worden gebruikt als kerstboom²

Wiktionary: spar

spar

noun

Picea, een soort naaldboom
- spar → spruce; fir

spar

noun

conifer of the genus Abies
- fir → spar
tree from the genus Picea
- spruce → spar
wood of a spruce
- spruce → spar; sparrenhout

Cross Translation:

From	To	Via
• spar	→ spruce	↔ Fichte — Nadelbaum der Gattung Picea mit kurzen, spitzen Nadeln und hängenden Zapfen.
• spar	→ fir	↔ sapin — (botanique) arbre conifère résineux de la famille des pinacées (conifères) à aiguilles persistantes, au tronc droit, dont le fruit est un cône.
• spar	→ spruce; spruce-fir	↔ épicéa — botan\|nocat=1 arbre résineux de haute taille, proche du sapin, de la famille des pinacées.

Verwante vertalingen van spar

grove spar

Engels

Uitgebreide vertaling voor spar (Engels) in het Nederlands

spar:

spar [the ~] zelfstandig naamwoord

the spar
het spaat
- spaat [het ~] zelfstandig naamwoord
the spar
het rondhout
- rondhout [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor spar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rondhout	spar
spaat	spar
-	sparring

Verwante woorden van "spar":

spars

Synoniemen voor "spar":

Verwante definities voor "spar":

making the motions of attack and defense with the fists and arms; a part of training for a boxer¹
a stout rounded pole of wood or metal used to support rigging¹
any of various nonmetallic minerals (calcite or feldspar) that are light in color and transparent or translucent and cleavable¹
fight verbally¹
- They were sparring all night¹
box lightly¹
fight with spurs¹
- the gamecocks were sparring¹
furnish with spars¹

Wiktionary: spar

spar

noun

a general term denoting any linear object used as a mast, sprit, yard, boom, pole or gaff
- spar → rondhout

spar

noun

ronde paal op een schip
- spier → spar

Cross Translation:

From	To	Via
• spar	→ advocatuur; advocatenstand; balie; baar; paal; pijp; roede; schacht; spijl; stang	↔ barreau — barre de bois ou de fer qui sert de clôture.
• spar	→ baar; paal; pijp; roede; schacht; spijl; stang; staf; stok	↔ bâton — Morceau de bois assez long
• spar	→ baar; paal; pijp; roede; schacht; spijl; stang	↔ gaule — Grande perche.
• spar	→ mast	↔ mât — pièce de bois, de tôle ou d’acier, longue, ronde et droite, dresser sur un navire et destinée à porter les voiles.
• spar	→ paal	↔ perche — Longue pièce de bois