Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Zoek: slager

Nederlandse en Engelse zoekresultaten voor: slager

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

slager:
- butcher
Wiktionary:
- slager → butcher
- slager → butcher

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor slager (Nederlands) in het Engels

slager:

slager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de slager (vleeshouwer)
the butcher
- butcher [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor slager:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
butcher	slager; vleeshouwer	slagerszaak
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
butcher		slachten

Verwante woorden van "slager":

slagers, slagertje, slagertjes

Verwante definities voor "slager":

wie voor zijn beroep vlees verkoopt¹
- een slager verkoopt geen kippevlees¹

Wiktionary: slager

slager

noun

een verkoper van vlees
- slager → butcher

slager

noun

a person who prepares and sells meat
- butcher → slager; beenhouwer

Cross Translation:

From	To	Via
• slager	→ butcher	↔ Fleischer — nord- und mitteldeutsch, österreichisch; Berufsbezeichnung: einer der alt Handwerksberufe, der sich mit dem schlachten von Tieren und der Zubereitung des Fleisches für die Nahrung beschäftigen

¹Muiswerk Woordenboek