Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. pieper:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor pieper (Nederlands) in het Engels

pieper:

pieper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de pieper (aardappel; patat)
    the potato
    • potato [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pieper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
potato aardappel; patat; pieper aardappel; friet; frites; patat

Verwante woorden van "pieper":

  • piepers, piepertje, piepertjes

Wiktionary: pieper

pieper
noun
  1. plant tuber eaten as starchy vegetable

Cross Translation:
FromToVia
pieper potato KartoffelBotanik: eine Nutzpflanze mit weiß-bläulichen Blüten und grünen Beeren
pieper pipit PieperOrnithologie: bodenbrütender Singvogel (Gattung Anthus) aus der Familie der Stelzen
pieper pipit pipit — ornithol|nocat Genre de petits oiseaux passereaux élancés au bec pointu et à longue queue.
pieper potato; spud pomme de terre — Légume