Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. opleveren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opleveren (Nederlands) in het Engels

opleveren:

opleveren werkwoord (lever op, levert op, leverde op, leverden op, opgeleverd)

  1. opleveren (opbrengen)
    to produce; to bring in
    • produce werkwoord (produces, produced, producing)
    • bring in werkwoord (brings in, brought in, bringing in)

Conjugations for opleveren:

o.t.t.
  1. lever op
  2. levert op
  3. levert op
  4. leveren op
  5. leveren op
  6. leveren op
o.v.t.
  1. leverde op
  2. leverde op
  3. leverde op
  4. leverden op
  5. leverden op
  6. leverden op
v.t.t.
  1. heb opgeleverd
  2. hebt opgeleverd
  3. heeft opgeleverd
  4. hebben opgeleverd
  5. hebben opgeleverd
  6. hebben opgeleverd
v.v.t.
  1. had opgeleverd
  2. had opgeleverd
  3. had opgeleverd
  4. hadden opgeleverd
  5. hadden opgeleverd
  6. hadden opgeleverd
o.t.t.t.
  1. zal opleveren
  2. zult opleveren
  3. zal opleveren
  4. zullen opleveren
  5. zullen opleveren
  6. zullen opleveren
o.v.t.t.
  1. zou opleveren
  2. zou opleveren
  3. zou opleveren
  4. zouden opleveren
  5. zouden opleveren
  6. zouden opleveren
diversen
  1. lever op!
  2. levert op!
  3. opgeleverd
  4. opleverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opleveren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
produce artikelen; koopwaar; voorwerpen; waar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bring in opbrengen; opleveren bijhalen; binnenbrengen; binnendragen; binnenhalen; naar voren brengen; opperen; poneren; suggereren
produce opbrengen; opleveren fabriceren; laten zien; losmaken; maken; produceren; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; teweegbrengen; tot stand brengen; vervaardigen; verwekken; voor elkaar krijgen; voordedaghalen; voortbrengen

Synoniemen voor "opleveren":


Verwante definities voor "opleveren":

  1. resultaat of voordeel hebben1
    • kranten bezorgen levert veel zakgeld op1
  2. het aan de eigenaar geven als het klaar is1
    • het huis wordt in januari opgeleverd1

Wiktionary: opleveren

opleveren
verb
  1. produce or create
  2. to come out

Cross Translation:
FromToVia
opleveren bear; produce; yield produireengendrer, donner naissance.
opleveren report; give an account; refer; be related to rapporterapporter une chose, la remettre au lieu où elle était.

Verwante vertalingen van opleveren