Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- met:
-
Wiktionary:
- met → with
- met → intermittent, earthy, contrite, acute, parallel, up
- met → get along, fight, feature, espouse, conflict, bus, bear, tamper
- met → fain
- met → by, to, up to, with
- met → airbrush, with, get along, each, other, comprehend, apprehend, grasp, know, about, how, to, do, be, an, expert, at, hello, speaking, concerning, for, of, over, regarding, after, by, on, upon, a, in, inside, into, per, aboard, toward, towards
-
Gebruikers suggesties voor met:
- featuring
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- met:
- meet:
-
Wiktionary:
- meet → vervullen, raken, leren kennen, ontmoeten, afspreken, treffen, kennismaken, tegenkomen, vergaderen
- meet → nakomen, naleven, uitvoeren, verrichten, vervullen, voltrekken, aantreffen, ontmoeten, tegemoet treden, tegenkomen, treffen, aanboren, vergaderen, zitting houden
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor met (Nederlands) in het Engels
met:
Vertaal Matrix voor met:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
with | met | ingevolge; overeenkomstig |
Verwante woorden van "met":
Antoniemen van "met":
Verwante definities voor "met":
Wiktionary: met
met
met
Cross Translation:
adjective
-
stopping and starting at intervals
-
down to earth
-
Sincerely penitent
-
orthography: letter with acute accent
- acute → accent aigu; met
-
having the same overall direction
-
facing upwards
-
interact or coexist well, without argument or trouble
-
to engage in combat
-
star, contain
-
become married to
-
be at odds (with)
-
travel by bus
-
transport students to school
-
transport via a motor bus
-
be equipped with
-
alter by making unauthorized changes
- tamper → prutsen; met; manipuleren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• met | → airbrush | ↔ airbrushen — Neologismus, fachsprachlich und umgangssprachlich: eine bildliche, grafische Darstellung mittels Spritzpistolenfarbsprühtechnik (künstlerisch) anfertigenvergleiche Lit-Duden: Universalwörterbuch|A=6 |
• met | → with | ↔ mit — mit Dativ: etwas oder jemandem angeschlossen oder verbunden |
• met | → get along; with; each; other; comprehend; apprehend; grasp; know; about; how; to; do; be; an; expert; at | ↔ verstehen — (reflexiv) ohne Streitigkeiten mit jemandem auskommen, eine gute persönliche Beziehung zu jemandem haben |
• met | → hello; speaking | ↔ allô — Ouverture de conversation téléphonique |
• met | → with | ↔ avec — Accompagnement |
• met | → about; concerning; for; of; over; regarding; after; by; on; upon; a; an; at; in; inside; into; per; aboard; toward; towards; to | ↔ en — Traductions à trier suivant le sens |
Verwante vertalingen van met
Engels
Uitgebreide vertaling voor met (Engels) in het Nederlands
met:
-
met
-
the met (meteorology)
Vertaal Matrix voor met:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
meteo | met; meteorology | |
meteorologie | met; meteorology | meteorology |
weerkunde | met; meteorology | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ontmoet | met | |
tegemoetgekomen | met |
met vorm van meet:
-
to meet (become acquainted with; become acquainted; get to know; make the acquaintance of)
ontmoeten; kennis maken met-
kennis maken met werkwoord (maak kennis met, maakt kennis met, maakte kennis met, maakten kennis met, kennis gemaakt met)
-
to meet
-
to meet (assemble; gather; come together)
-
to meet (consider; deliberate; reflect; have a conference; think it over; hold session; discuss)
-
to meet (get acquainted with; be introduced)
-
to meet (come across; find; discover; learn)
-
to meet (get together; see each other; meet each other)
elkaar ontmoeten-
elkaar ontmoeten werkwoord
-
-
to meet (have a conference; hold session)
confereren; een conferentie houden-
een conferentie houden werkwoord (houd een conferentie, houdt een conferentie, hield een conferentie, hielden een conferentie, een conferentie gehouden)
-
to meet (to meet in a conference; have a meeting)
Conjugations for meet:
present
- meet
- meet
- meets
- meet
- meet
- meet
simple past
- met
- met
- met
- met
- met
- met
present perfect
- have met
- have met
- has met
- have met
- have met
- have met
past continuous
- was meeting
- were meeting
- was meeting
- were meeting
- were meeting
- were meeting
future
- shall meet
- will meet
- will meet
- shall meet
- will meet
- will meet
continuous present
- am meeting
- are meeting
- is meeting
- are meeting
- are meeting
- are meeting
subjunctive
- be met
- be met
- be met
- be met
- be met
- be met
diverse
- meet!
- let's meet!
- met
- meeting
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor meet:
Verwante woorden van "meet":
Synoniemen voor "meet":
Antoniemen van "meet":
Verwante definities voor "meet":
Wiktionary: meet
meet
Cross Translation:
verb
meet
verb
-
eerste begroeting
-
met iemand kennismaken en een gesprek voeren
-
bij toeval ontmoeten
-
in vergadering bijeenkomen, een vergadering bijwonen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• meet | → nakomen; naleven; uitvoeren; verrichten; vervullen; voltrekken | ↔ accomplir — achever entièrement. |
• meet | → aantreffen; ontmoeten; tegemoet treden; tegenkomen; treffen; aanboren | ↔ rencontrer — trouver en chemin une personne ou une chose. |
• meet | → vergaderen; zitting houden | ↔ siéger — Occuper un siège dans un organe officiel ou administratif. |