Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. medewerker:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor medewerker:
    • co-worker


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor medewerker (Nederlands) in het Engels

medewerker:

medewerker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de medewerker (personeelslid; werknemer; klerk; )
    the employee; the staff member; the worker; the fellow worker; the clerk; the labourer; the member of staff; the manpower; the laborer
    the hand
    – a hired laborer on a farm or ranch 1
    • hand [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a ranch hand1
  2. de medewerker
    the contributor
    – A person who is involved in the creation of content. For example editors, technical reviewers and subject matter experts are contributors. 2

Vertaal Matrix voor medewerker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clerk arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer ambtenaar; assistent; helper; hulp; kantoorbediende; klerk; secondant; secretaresse; secretaris
contributor medewerker begunstiger; donateur; schenker
employee arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer arbeidskracht; employé; geëmployeerde; medewerkster; werkkracht; werknemer
fellow worker arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer medewerkster
hand arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer arbeider; boerenknecht; hand; handdruk; handje; hulpje; jat; klauw; knecht; knuist; poot; werker; werkkracht; werkman; wijzer
laborer arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer arbeider; arbeidskracht; loonarbeider; werker; werkkracht; werkman; werknemer
labourer arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer arbeider; arbeidskracht; loonarbeider; werker; werkkracht; werkman; werknemer
manpower arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer arbeidskrachten; bediening; besturing; employees; mankracht; werknemers
member of staff arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
staff member arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer beleidsmedewerker; functionaris; kaderlid; officier; staflid; stafmedewerker
worker arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer arbeider; arbeidskracht; werker; werkkracht; werkman; werknemer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hand aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; geven; overgeven; overhandigen; reiken; toesteken

Verwante woorden van "medewerker":

  • medewerkers

Wiktionary: medewerker

medewerker
noun
  1. individual who provides labor to a company or another person
  2. somebody with whom one works; a companion or workmate

Cross Translation:
FromToVia
medewerker colleague; coworker collègue — (vieilli) Celui, celle qui exercer une fonction rémunérer par l’État, par rapport à ceux qui exercent cette même fonction.