Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. liefhebbend:
  2. liefhebben:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor liefhebbend:
    • caring


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor liefhebbend (Nederlands) in het Engels

liefhebbend:

liefhebbend bijvoeglijk naamwoord

  1. liefhebbend
    affectionate; loving; fond

Vertaal Matrix voor liefhebbend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affectionate liefhebbend aanhankelijk; bemind; dierbaar; favoriete; gehecht; geliefd; geselecteerd; hartelijk; lief; liefderijk; liefdevol; lievelings; minnelijk; toegenegen; verknocht; verkoren; vriendelijk
fond liefhebbend
loving liefhebbend liefderijk; liefdevol

Wiktionary: liefhebbend


Cross Translation:
FromToVia
liefhebbend affectionate; loving aimant — Qui porter à aimer.

liefhebbend vorm van liefhebben:

liefhebben werkwoord (heb lief, hebt lief, had lief, hadden lief, lief gehad)

  1. liefhebben (houden van; beminnen)
    to love; to be fond of; to adore
    • love werkwoord (loves, loved, loving)
    • be fond of werkwoord (is fond of, being fond of)
    • adore werkwoord (adores, adored, adoring)

Conjugations for liefhebben:

o.t.t.
  1. heb lief
  2. hebt lief
  3. hebt lief
  4. hebben lief
  5. hebben lief
  6. hebben lief
o.v.t.
  1. had lief
  2. had lief
  3. had lief
  4. hadden lief
  5. hadden lief
  6. hadden lief
v.t.t.
  1. heb lief gehad
  2. hebt lief gehad
  3. heeft lief gehad
  4. hebben lief gehad
  5. hebben lief gehad
  6. hebben lief gehad
v.v.t.
  1. had lief gehad
  2. had lief gehad
  3. had lief gehad
  4. hadden lief gehad
  5. hadden lief gehad
  6. hadden lief gehad
o.t.t.t.
  1. zal liefhebben
  2. zult liefhebben
  3. zal liefhebben
  4. zullen liefhebben
  5. zullen liefhebben
  6. zullen liefhebben
o.v.t.t.
  1. zou liefhebben
  2. zou liefhebben
  3. zou liefhebben
  4. zouden liefhebben
  5. zouden liefhebben
  6. zouden liefhebben
en verder
  1. ben liefgehad
  2. bent liefgehad
  3. is liefgehad
  4. zijn liefgehad
  5. zijn liefgehad
  6. zijn liefgehad
diversen
  1. heb lief!
  2. hebt lief!
  3. lief gehad
  4. liefhebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor liefhebben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
love beminde; duifje; geliefde; genegenheid; innigheid; kindlief; liefde; liefje; liefste; lieve; lieveling; lieverd; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoepje; snoes; vriendin
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adore beminnen; houden van; liefhebben aanbidden; adoreren; bidden tot; verafgoden
be fond of beminnen; houden van; liefhebben houden van; lekker vinden; lusten
love beminnen; houden van; liefhebben aanstaan; behagen; beminnen; bevallen; de liefde bedrijven; gelieven; liefkozen; minnekozen; minnen; plezieren; vrijen

Wiktionary: liefhebben

liefhebben
verb
  1. liefde voelen tot iemand of iets
    • liefhebbenlove
liefhebben
verb
  1. care about; will good for
  2. have a strong affection for

Cross Translation:
FromToVia
liefhebben appreciate; enjoy; fancy; think highly of; prize; think well of; have a high regard for; cherish aimerressentir un fort sentiment d’attirance pour quelqu’un ou quelque chose.