Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
-
engagement:
-
Wiktionary:
engagement → commitment
engagement → betrothal, engagement
-
Wiktionary:
Engels naar Nederlands: Meer gegevens...
- engagement:
-
Wiktionary:
- engagement → verloving, engagement
Engels
Uitgebreide vertaling voor engagement (Engels) in het Nederlands
engagement:
-
the engagement (tenure)
het dienstverband -
the engagement (betrothal)
-
the engagement (promise; commitment; obligation; vow; pledge; undertaking; oath)
-
the engagement (signing on)
Vertaal Matrix voor engagement:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanmonstering | engagement; signing on | |
belofte | commitment; engagement; oath; obligation; pledge; promise; undertaking; vow | |
dienstverband | engagement; tenure | |
gelofte | commitment; engagement; oath; obligation; pledge; promise; undertaking; vow | |
toezegging | commitment; engagement; oath; obligation; pledge; promise; undertaking; vow | |
verloving | betrothal; engagement | |
- | appointment; battle; betrothal; booking; conflict; date; employment; fight; interlocking; involution; involvement; mesh; meshing; participation; troth |
Verwante woorden van "engagement":
Synoniemen voor "engagement":
Antoniemen van "engagement":
Verwante definities voor "engagement":
Wiktionary: engagement
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• engagement | → verloving; engagement | ↔ accordailles — (vieilli) désuet|fr réunion qui se fait pour signer les articles d’un contrat de mariage. |
• engagement | → engagement; verloving | ↔ fiançailles — (au pluriel) engagement de se marier que prennent deux personnes, généralement en présence des membres de leurs familles et quelquefois en présence d’un prêtre. |