Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- bandeloosheid:
- bandeloos:
-
Wiktionary:
- bandeloosheid → license
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bandeloosheid (Nederlands) in het Engels
bandeloosheid:
-
de bandeloosheid (losbandigheid; buitensporigheid; zedeloosheid; uitspatting)
Vertaal Matrix voor bandeloosheid:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
debauchery | bandeloosheid; buitensporigheid; losbandigheid; uitspatting; zedeloosheid | liederlijkheid |
dissipation | bandeloosheid; buitensporigheid; losbandigheid; uitspatting; zedeloosheid | liederlijkheid |
excess | bandeloosheid; buitensporigheid; losbandigheid; uitspatting; zedeloosheid | buitenissigheid; buitensporigheid; exces; grenzeloosheid; mateloosheid; overdaad; overvloed; uitspatting; uitwas |
extravagance | bandeloosheid; buitensporigheid; losbandigheid; uitspatting; zedeloosheid | grenzeloosheid; luxeartikel; mateloosheid; spilzucht; weeldeartikel |
lawlessness | bandeloosheid; buitensporigheid; losbandigheid; uitspatting; zedeloosheid | |
licentiousness | bandeloosheid; buitensporigheid; losbandigheid; uitspatting; zedeloosheid | liederlijkheid |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
excess | overtollig |
Verwante woorden van "bandeloosheid":
Wiktionary: bandeloosheid
bandeloosheid
noun
-
excessive freedom
bandeloosheid vorm van bandeloos:
-
bandeloos (ongebonden; vrij; losbandig; ongebreideld)
unrestrained; unfettered; unruly; undisciplined; unmanageable; ungovernable-
unrestrained bijvoeglijk naamwoord
-
unfettered bijvoeglijk naamwoord
-
unruly bijvoeglijk naamwoord
-
undisciplined bijvoeglijk naamwoord
-
unmanageable bijvoeglijk naamwoord
-
ungovernable bijvoeglijk naamwoord
-
-
bandeloos (verwilderd)
disorederly; wild; lawless; undisciplined-
disorederly bijvoeglijk naamwoord
-
wild bijvoeglijk naamwoord
-
lawless bijvoeglijk naamwoord
-
undisciplined bijvoeglijk naamwoord
-