Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
alluring
|
|
aantrekken; bekoren; charmeren; provoceren; uitlokken
|
attracting
|
|
aantrekken; bekoren; charmeren
|
charming
|
|
aantrekken; bekoren; charmeren; inpalming
|
inviting
|
|
aantrekken; bekoren; charmeren
|
snap
|
|
biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje
|
tempting
|
|
aantrekken; bekoren; charmeren; lokken; verleiden
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
alluring
|
|
flirten
|
snap
|
|
afbekken; afblaffen; afsnauwen; dichtbijten; een knippend geluid maken; exploderen; fladderen; happen; klappen; knakken; knappen; ontploffen; snauwen; springen; toebijten; toehappen; toesnauwen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uitlijnen; wapperen
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adorable
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend
|
aanbiddelijk; aantrekkelijk; allerliefst; begeerenswaardig; begerenswaardig; bekoorlijk; charmant; dottig; enig; lief; schattig; snoezig; verrukkelijk; vertederend
|
alluring
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend
|
aantrekkelijke; aardig; bevallig; charmant; prettig; verleidelijk; verlokkend; verzoekend
|
appealing
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend
|
aanbiddelijk; aantrekkelijk; aardig; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; leuk; lief; prettig; schattig; sympathiek; verrukkelijk
|
attractive
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend
|
aanbiddelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; aanvallig; aardig; allerliefst; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; oogstrelend; prettig; schattig; snoeperig; snoezig; verrukkelijk
|
beautiful
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
beeldschoon; bevallig; fonkelend; glinsterend; knap; mooi; schitterend; schoon; welgemaakt; wonderschoon
|
charming
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; fraai; goed ogend; knap; mooi; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend; welgevallig
|
aanbiddelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; alleraardigst; allerliefst; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; gracieus; liefelijk; lieflijk; lieftallig; prettig; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig; verrukkelijk
|
enchanting
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend
|
aanbiddelijk; aantrekkelijk; allerliefst; begeerenswaardig; beheksend; bekoorlijk; betoverend; boeiend; charmant; dottig; enig; fascinerend; integrerend; intrigerend; lief; magisch; schattig; snoezig; toverachtig; verrukkelijk; vertederend
|
entrancing
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi
|
aardig; bevallig; charmant; prettig
|
good-looking
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
knap; leuk van uiterlijk
|
handsome
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
bevallig; elegant; gracieus; knap; leuk om te zien; leuk van uiterlijk; mooi; schoon; sierlijk; welgemaakt
|
inviting
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verzoekend
|
verleidelijk; verlokkend; verzoekend
|
lovely
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; fraai; goed ogend; knap; mooi; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend; welgevallig
|
aanbiddelijk; aangenaam; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; allerliefst; beeldig; begeerenswaardig; behaaglijk; bekoorlijk; bevallig; charmant; dottig; elegant; enig; fijn; fijne; gracieus; heerlijk van dag; leuk; lief; liefelijk; lieflijk; lieftallig; plezant; plezierig; prettig; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig; verrukkelijk; vertederend
|
nice
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
aangenaam; aardig; behaaglijk; bevallig; charmant; elegant; fijn; gracieus; jofel; lekker; leuk; lief; plezant; plezierig; prettig; sierlijk; sympathiek
|
personable
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
elegant; gracieus; sierlijk
|
tempting
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitnodigend; verleidelijk
|
verleidelijk; verlokkend; verzoekend
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
attracting
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verzoekend
|
|
desireable
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; uitnodigend; verleidelijk
|
|
good looking
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
|
pretty
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
aanvallig; allerliefst; behoorlijk; bevallig; elegant; gracieus; knap; leuk van uiterlijk; mooi; nogal; redelijk; schattig; schoon; sierlijk; snoeperig; snoezig; tamelijk; welgemaakt
|
snap
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
elegant; gracieus; sierlijk
|