Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. apparaat:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor apparaat (Nederlands) in het Engels

apparaat:

apparaat [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het apparaat (toestel)
    the apparatus; the device; the appliance; the machine
    • apparatus [the ~] zelfstandig naamwoord
    • device [the ~] zelfstandig naamwoord
    • appliance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • machine [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het apparaat
    the device
    – Any piece of equipment that can be attached physically or wirelessly to a network or computer, for example, printers, keyboards, external disk drives, or other peripheral equipment. Devices normally require a device driver to function with Windows. 1
    • device [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor apparaat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apparatus apparaat; toestel
appliance apparaat; toestel gebruiksvoorwerp
device apparaat; toestel apparatuur; devies; kenspreuk; machine; mechanisme; mobiele telefoon; motto; zinspreuk
machine apparaat; toestel machine

Verwante woorden van "apparaat":


Verwante definities voor "apparaat":

  1. toestel waarmee je iets kunt doen2
    • met dit apparaat kun je sinaasappels uitpersen2

Wiktionary: apparaat

apparaat
noun
  1. een min of meer samengesteld werktuig
apparaat
noun
  1. piece of equipment
  2. bureaucratic organization
  3. assortment of tools or instruments
  4. complex machine or instrument

Cross Translation:
FromToVia
apparaat set appareilobjet conçu par l’homme afin de faciliter un travail.
apparaat instrument; means; tool; agent; gadget; implement; utensil instrumentobjet construire permettant d'exécuter une action.