Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zoemend:
  2. zoemen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoemend (Nederlands) in het Engels

zoemend:

zoemend bijvoeglijk naamwoord

  1. zoemend (gonzend)
    humming; buzzing

Vertaal Matrix voor zoemend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buzzing bijengegons; bijengezoem; gegons
humming bijengegons; bijengezoem; gegons; gehum; geneurie; gesnor
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buzzing gonzend; zoemend suizend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
humming gonzend; zoemend actief; bedrijvig; bezig; druk

zoemen:

zoemen werkwoord (zoem, zoemt, zoemde, zoemden, gezoemd)

  1. zoemen (brommen)
    to buzz; to hum
    • buzz werkwoord (buzzs, buzzed, buzzing)
    • hum werkwoord (hums, hummed, humming)

Conjugations for zoemen:

o.t.t.
  1. zoem
  2. zoemt
  3. zoemt
  4. zoemen
  5. zoemen
  6. zoemen
o.v.t.
  1. zoemde
  2. zoemde
  3. zoemde
  4. zoemden
  5. zoemden
  6. zoemden
v.t.t.
  1. heb gezoemd
  2. hebt gezoemd
  3. heeft gezoemd
  4. hebben gezoemd
  5. hebben gezoemd
  6. hebben gezoemd
v.v.t.
  1. had gezoemd
  2. had gezoemd
  3. had gezoemd
  4. hadden gezoemd
  5. hadden gezoemd
  6. hadden gezoemd
o.t.t.t.
  1. zal zoemen
  2. zult zoemen
  3. zal zoemen
  4. zullen zoemen
  5. zullen zoemen
  6. zullen zoemen
o.v.t.t.
  1. zou zoemen
  2. zou zoemen
  3. zou zoemen
  4. zouden zoemen
  5. zouden zoemen
  6. zouden zoemen
diversen
  1. zoem!
  2. zoemt!
  3. gezoemd
  4. zoemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zoemen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buzz gebrom; gemurmel; geroezemoes; gezoem
hum gebrom; gedruis; gemurmel; geroezemoes; gezoem; rumoer; tumult
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buzz brommen; gonzen; zoemen roezemoezen
hum brommen; gonzen; zoemen blazen; fluiten; neuriën; pijpen

Wiktionary: zoemen

zoemen
verb
  1. een vrij zacht continu geluid voortbrengen dat op de z-klank lijkt
zoemen
verb
  1. to drone like certain insects naturally do in motion
  2. to make a low, humming or sibilant sound
  3. To move or vibrate (something) with a buzzing sound

Cross Translation:
FromToVia
zoemen purr; hum; buzz; drone; whir ronronnerfaire entendre les ronrons, émettre un ronflement sourd et continu, en parlant d'un chat ou d'un félin, qui exprime en général son contentement.