Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zoekers:
  2. zoeker:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoekers (Nederlands) in het Engels

zoekers:

zoekers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zoekers
    the viewfinders; the seekers; the searchers

Vertaal Matrix voor zoekers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
searchers zoekers
seekers zoekers
viewfinders zoekers

Verwante woorden van "zoekers":


zoeker:

zoeker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zoeker
    the viewfinder

Vertaal Matrix voor zoeker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
viewfinder zoeker

Verwante woorden van "zoeker":

  • zoekers, zoekertje, zoekertjes, zoekertjes

Wiktionary: zoeker

zoeker
noun
  1. One who searches
  2. One who seeks

Cross Translation:
FromToVia
zoeker searcher chercheur — Personne qui cherche