Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor winning (Nederlands) in het Engels

winning:

winning [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de winning (inpoldering)
    the winning; the reclamation; the impoldering

Vertaal Matrix voor winning:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
impoldering inpoldering; winning drooglegging; inpoldering; ontginning
reclamation inpoldering; winning drooglegging; inpoldering; ontginning; terugvordering
winning inpoldering; winning baat; gewin; profijt; winst

Wiktionary: winning


Cross Translation:
FromToVia
winning blowing up; dressing down; overthrow; subversion; courage; boldness; bravery; daring; valour; gallantry; prowess abattage — Traductions à trier suivant le sens