Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- winning:
-
Wiktionary:
- winning → blowing up, dressing down, overthrow, subversion, courage, boldness, bravery, daring, valour, gallantry, prowess
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor winning (Nederlands) in het Engels
winning:
-
de winning (inpoldering)
Vertaal Matrix voor winning:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
impoldering | inpoldering; winning | drooglegging; inpoldering; ontginning |
reclamation | inpoldering; winning | drooglegging; inpoldering; ontginning; terugvordering |
winning | inpoldering; winning | baat; gewin; profijt; winst |
Wiktionary: winning
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• winning | → blowing up; dressing down; overthrow; subversion; courage; boldness; bravery; daring; valour; gallantry; prowess | ↔ abattage — Traductions à trier suivant le sens |