Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wegsluiten (Nederlands) in het Engels
wegsluiten:
Conjugations for wegsluiten:
o.t.t.
- sluit weg
- sluit weg
- sluit weg
- sluiten weg
- sluiten weg
- sluiten weg
o.v.t.
- sloot weg
- sloot weg
- sloot weg
- sloten weg
- sloten weg
- sloten weg
v.t.t.
- heb weggesloten
- hebt weggesloten
- heeft weggesloten
- hebben weggesloten
- hebben weggesloten
- hebben weggesloten
v.v.t.
- had weggesloten
- had weggesloten
- had weggesloten
- hadden weggesloten
- hadden weggesloten
- hadden weggesloten
o.t.t.t.
- zal wegsluiten
- zult wegsluiten
- zal wegsluiten
- zullen wegsluiten
- zullen wegsluiten
- zullen wegsluiten
o.v.t.t.
- zou wegsluiten
- zou wegsluiten
- zou wegsluiten
- zouden wegsluiten
- zouden wegsluiten
- zouden wegsluiten
diversen
- sluit weg!
- sluit weg!
- weggesloten
- wegsluitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wegsluiten:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
store | archief; bergplaats; depot; geweermagazijn; ligopslagplaats; magazijn; opslag; opslagplaats; opslagruimte; pakhuis; provisiekast; voorraadschuur; warenhuis | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
lock up | opbergen; wegbergen; wegsluiten | achter de tralies zetten; afdekken; afschermen; afschutten; afsluiten; beschermen; beschutten; dichtdoen; in de cel zetten; opsluiten; vastzetten; wegsteken; wegstoppen |
put away | opbergen; wegbergen; wegsluiten | achterhouden; behouden; bergen; bespreken; bewaren; nuttigen; opbergen; opruimen; opzij leggen; opzijleggen; reis boeken; reserveren; stallen; terughouden; van zich afzetten; vastleggen; verschalken; voorbehouden; wegbergen; wegsteken; wegstoppen; wegzetten |
store | opbergen; wegbergen; wegsluiten | archiveren; bewaren; deponeren; hamsteren; opbergen; oppotten; opslaan; opzij leggen; potten; stallen; wegzetten |