Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. weekbladen:
  2. weekblad:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor weekbladen (Nederlands) in het Engels

weekbladen:

weekbladen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de weekbladen
    the weeklies
    • weeklies [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor weekbladen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weeklies weekbladen

Verwante woorden van "weekbladen":


weekbladen vorm van weekblad:

weekblad [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het weekblad (tijdschrift; periodiek; magazine; )
    the magazine; the periodical; the journal; the message; the monthly magazine; the report; the weekly; the news; the piece of news; the monthly

Vertaal Matrix voor weekblad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
journal bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad blaadje; blad; dagboek; journaal; logboek; nieuwsjournaal; tijdschrift
magazine bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad blaadje; blad; tijdschrift
message bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad bekendmaking; bericht; boodschap; document; e-mailbericht; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging
monthly bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
monthly magazine bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
news bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad bericht; journaal; nieuws; nieuwsbericht; televisiejournaal; tijding
periodical bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad blaadje; blad; tijdschrift
piece of news bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging
report bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad aantekening; bekendmaking; bericht; berichtgeving; boodschap; gewag; lijst; lijst van gegevens; mededeling; mededelingen; melding; noot; notitie; opgaaf; opgave; opschrijving; opstel; overzicht; proces verbaal; rapport; rapportage; referaat; relaas; reportage; scriptie; staat; staatje; tijding; uitspraak; verhaal; verklaring; vermelding; verslag; verwittiging; weergave
weekly bericht; blad; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdspiegel; weekblad
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
report berichten; beschrijven; iets melden; informeren; klikken; mededelen; meedelen; melden; rapporteren; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verslag uitbrengen; vertellen; zeggen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
periodical periodiek
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
monthly maandelijks
weekly wekelijks

Verwante woorden van "weekblad":


Wiktionary: weekblad

weekblad
noun
  1. een publicatie die wekelijks verschijnt
weekblad
noun
  1. publication that is published once a week

Computer vertaling door derden: