Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal wee

Vertaal wee van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

wee:
- contraction; woe; labour pain
- weak; feeble; frail; pale; sick; faint; wan; ah
Wiktionary:
- wee → contraction
- wee → woe
- wee → labour pain, shrinkage, pain, ache, distress, soreness

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wee (Nederlands) in het Engels

wee:

wee [de ~] zelfstandig naamwoord

de wee (perswee)
the contraction; the woe; the labour pain
- contraction [the ~] zelfstandig naamwoord
- woe [the ~] zelfstandig naamwoord
- labour pain [the ~] zelfstandig naamwoord

wee bijvoeglijk naamwoord

wee (bleekjes; zwak; ziekelijk; slap; pips; slapjes)
weak; feeble; frail; pale; sick; faint; wan
- weak bijvoeglijk naamwoord
- feeble bijvoeglijk naamwoord
- frail bijvoeglijk naamwoord
- pale bijvoeglijk naamwoord
- sick bijvoeglijk naamwoord
- faint bijvoeglijk naamwoord
- wan bijvoeglijk naamwoord
wee (helaas; och)
ah
- ah bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor wee:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
contraction	perswee; wee
faint		bedwelming; flauwte; versuffing; zwijm
labour pain	perswee; wee	convulsie; kramp; samentrekking; stuip; stuiptrekking
woe	perswee; wee
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
faint		flauwvallen; in katzwijm vallen; wegraken; zwijmelen
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
faint	bleekjes; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak	afgedempt; bleek; flauw; flauwtjes; flets; gedempt; halfluid; laf; mistig; nevelachtig; niet helder; onduidelijk; onhelder; schemerig; schimmig; slap; slapjes; vaag; vagelijk; verschoten; wazig; zonder zout; zoutloos; zwak; zwakjes
feeble	bleekjes; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak	matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; slap; slapjes; smakeloos; stijlloos; zwak; zwakjes
frail	bleekjes; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak	breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijngevoelig; fragiel; frèle; iel; kwetsbaar; onsolide; slap; slapjes; teder; teer; tenger; zwak
pale	bleekjes; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak	blank; bleek; bleek van gelaatskleur; flauw; flets; kleurloos; ongekleurd; pips; verschoten; wit; wit van huidskleur
sick	bleekjes; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak	beu; gruwelijk; misselijk; naar; onpasselijk; onwel; pathologisch; spuugmisselijk; spuugzat; ziekelijk
wan	bleekjes; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak
weak	bleekjes; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak	karakterloos; krachteloos; slap; slapjes; week; zonder karakter; zwak
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ah	helaas; och; wee	ach; toe

Verwante woorden van "wee":

weeheid, ween, wees, weetje, weetjes

Wiktionary: wee

wee

noun

samentrekking bij geboorte
- wee → contraction

adjective

kondigt rampspoed aan
- wee → woe

wee

noun

painful shortening of the uterine muscles
- contraction → wee

Cross Translation:

From	To	Via
• wee	→ labour pain	↔ Wehe — meist im Plural: Kontraktion der Gebärmutter während der Geburt
• wee	→ shrinkage	↔ contraction — physique\|fr resserrement, par opposition à dilatation.
• wee	→ pain; ache; distress; soreness	↔ douleur — impression de souffrance, état pénible produire par un mal physique.