Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wecken (Nederlands) in het Engels
wecken:
-
wecken (inmaken)
Conjugations for wecken:
o.t.t.
- weck
- weckt
- weckt
- wecken
- wecken
- wecken
o.v.t.
- weckte
- weckte
- weckte
- weckten
- weckten
- weckten
v.t.t.
- heb geweckt
- hebt geweckt
- heeft geweckt
- hebben geweckt
- hebben geweckt
- hebben geweckt
v.v.t.
- had geweckt
- had geweckt
- had geweckt
- hadden geweckt
- hadden geweckt
- hadden geweckt
o.t.t.t.
- zal wecken
- zult wecken
- zal wecken
- zullen wecken
- zullen wecken
- zullen wecken
o.v.t.t.
- zou wecken
- zou wecken
- zou wecken
- zouden wecken
- zouden wecken
- zouden wecken
diversen
- weck!
- weckt!
- geweckt
- weckend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor wecken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bottle | fiool; flacon; flesje | |
can | blik; blikje; bus; conservenblik; opbergblik; trommel | |
tin | blik; blikje; bus; conservenblik; metaal; opbergblik; tin; trommel | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bottle | inmaken; wecken | bottelen |
can | inmaken; wecken | in blik conserveren; inblikken; inmaken |
tin | inmaken; wecken | in blik conserveren; inblikken; inmaken; vertinnen |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
can | blik; dun metaal | |
tin | blik; dun metaal | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
tin | tinnen |