Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. wasgoed:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wasgoed (Nederlands) in het Engels

wasgoed:

wasgoed [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het wasgoed (was)
    the laundry
    • laundry [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. het wasgoed (goed)
    the washing
    • washing [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wasgoed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laundry was; wasgoed
washing goed; wasgoed kuis; kuising; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; wassen; wassing; zuivering

Wiktionary: wasgoed

wasgoed
noun
  1. that which needs to be laundered

Verwante vertalingen van wasgoed