Nederlands
Uitgebreide vertaling voor wankelbaar (Nederlands) in het Engels
wankelbaar:
Vertaal Matrix voor wankelbaar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
staggering | gesteiger | |
tottering | wankeling | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rickety | los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend | gammel; krakkemikkig; wankel; wrak; zwak |
staggering | los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend | waggelend |
tottering | los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend | waggelend |
unsettled | los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend | onbeslist; onbestendig; onuitgemaakt; veranderlijk; wisselvallig |
unstable | los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend | gedesequilibreerd; grillig; inconsistent; insolide; nukkig; onberekenbaar; onevenwichtig; onstabiel; onvoorspelbaar; onzeker; variabel; variërend; veranderlijk; wankel evenwicht; wiebelend; wiebelig; wispelturig; wisselend; wisselvallig |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
toddling | los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend | waggelend |
waddling | los; onvast; rank; wankel; wankelbaar; wankelend | waggelend |