Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. waak:
  2. waken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor waak (Nederlands) in het Engels

waak:

waak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de waak (wake)
    the wake
    • wake [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor waak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wake waak; wake dodenwake; kielwater; kielzog; mis voor een overledene; op wacht staan
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wake wakker maken; wekken

Verwante woorden van "waak":


Wiktionary: waak

waak
noun
  1. watch

waken:

waken werkwoord (waak, waakt, waakte, waakten, gewaakt)

  1. waken (wakker blijven)
    waking; to watch; to patrol
    • waking werkwoord
    • watch werkwoord (watches, watched, watching)
    • patrol werkwoord (patrols, patrolled, patrolling)
  2. waken (waken over)
    to guard; to keep watch over
    • guard werkwoord (guards, guarded, guarding)
    • keep watch over werkwoord (keeps watch over, kept watch over, keeping watch over)

Conjugations for waken:

o.t.t.
  1. waak
  2. waakt
  3. waakt
  4. waken
  5. waken
  6. waken
o.v.t.
  1. waakte
  2. waakte
  3. waakte
  4. waakten
  5. waakten
  6. waakten
v.t.t.
  1. heb gewaakt
  2. hebt gewaakt
  3. heeft gewaakt
  4. hebben gewaakt
  5. hebben gewaakt
  6. hebben gewaakt
v.v.t.
  1. had gewaakt
  2. had gewaakt
  3. had gewaakt
  4. hadden gewaakt
  5. hadden gewaakt
  6. hadden gewaakt
o.t.t.t.
  1. zal waken
  2. zult waken
  3. zal waken
  4. zullen waken
  5. zullen waken
  6. zullen waken
o.v.t.t.
  1. zou waken
  2. zou waken
  3. zou waken
  4. zouden waken
  5. zouden waken
  6. zouden waken
diversen
  1. waak!
  2. waakt!
  3. gewaakt
  4. wakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor waken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guard baanschuiver; begeleiding; beveiliging; bewaker; cipier; deurwachter; die wakker is; escorte; garde; gevangenbewaarder; op wacht staan; persoon die op wacht staat; portier; schildwacht; suppoost; vergezellen; wacht; wachter; waker; wakker; wakker persoon
patrol afzoeken; patrouille; patrouilleren; persoon die op wacht staat; wachter
watch bewaking; controle; hoede; horloge; op wacht staan; surveillance
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guard waken; waken over behoeden; behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; beveiligen; bewaken; hoeden; hoeden voor; in bescherming nemen; opletten; toezien op; van alarm voorzien; verdedigen; vrijwaren
keep watch over waken; waken over hoeden
patrol waken; wakker blijven bewaken; patrouilleren; surveilleren; toezicht houden; toezien
waking waken; wakker blijven
watch waken; wakker blijven aanblikken; aandacht erbij houden; aankijken; aanzien; begluren; bekijken; bewaken; bezichtigen; blikken; blikken werpen; gadeslaan; gluren; in de gaten houden; in het oog houden; inspecteren; kijken; observeren; opletten; oppassen; patrouilleren; schouwen; surveilleren; toekijken; toeschouwen; toezicht houden; toezien; uitkijken; volgen; voorzichtig zijn; waarnemen; zien

Verwante woorden van "waken":


Wiktionary: waken

waken
verb
  1. opzettelijk wakker zijn
  2. wakker zijn
  3. letten op, beschermen