Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
burning
|
|
branden; brandplek; brandwond; verbrandheid; verbranding
|
scalding
|
|
brandplek; brandwond; verbrandheid; verbranding; verschroeiing; verzenging
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ardent
|
fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
|
bedreven; fel; heftig; hevig; noest; onvermoeibaar; spiritueus; verwoed
|
burning
|
brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm
|
brandend; vlammend
|
fervent
|
fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
|
heftig; hevig
|
fierce
|
gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
|
bitter teleurgesteld; boos; dol; erg; fel; felle; furieus; heftig; hels; hevig; intens; intensief; kokend; krachtig; kwaad; laaiend; nijdig; onbeheerst; onstuimig; razend; tierend; verbitterd; verwoed; woedend; woest; ziedend
|
fiery
|
verhit; vurig
|
bitter; brandbaar; giftig; heetbloedig; heethoofdig; kwaad; nijdig; ontbrandbaar; ontvlambaar; woedend; zeer boos
|
heated
|
verhit; vurig
|
fel; geagiteerd; geil; heet; heftig; hevig; hitsig; levendig; opgewonden; seksueel opgewonden; verhit; verwoed
|
hot-blooded
|
gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
|
heetbloedig; heethoofdig
|
hot-tempered
|
gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; verhit; vurig; warmbloedig
|
heetbloedig; heethoofdig
|
impassioned
|
fervent; vurig
|
bevlogen; bezield; enthousiast; geestdriftig; gloedvol
|
intense
|
gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
|
acuut; erg; fel; gevoelig; gevoelvol; heftig; hevig; intens; intensief; krachtig; sentimenteel; verwoed
|
keen
|
fervent; vurig
|
begerig; bijdehand; briljant; gevat; gretig; happig; ingenieus; kien; knap; kundig; kunstig; messcherp; pienter; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; spits; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; verlekkerd; vindingrijk
|
passionate
|
fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; met hevige passie; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
|
bezetene; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fanatieke; fel; fideel; fleurig; geestig; heftig; hevig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; verwoed; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig
|
temperamental
|
gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
broiling
|
brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm
|
bloedheet; smoorheet
|
hot-headed
|
verhit; vurig
|
heetbloedig; heethoofdig
|
scalding
|
brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm
|
|
temperamentful
|
gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; stormachtig; temperamentvol; vurig; warmbloedig
|
|