Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. voorvoegen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voorvoegen (Nederlands) in het Engels

voorvoegen:

voorvoegen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. voorvoegen (voorplakken; voorzetten; aanhechten)
    the affixing; the posting
    • affixing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • posting [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor voorvoegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affixing aanhechten; voorplakken; voorvoegen; voorzetten aanhechten; vasthechten
posting aanhechten; voorplakken; voorvoegen; voorzetten gebrachte brieven; post; posten; terpostbezorging

Wiktionary: voorvoegen

voorvoegen
verb
  1. put or fix before, or at the beginning of