Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal voortstuwing

Vertaal voortstuwing van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

voortstuwing:
- propulsion; propulsive force; propelling-force; impetus; momentum; drive

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voortstuwing (Nederlands) in het Engels

voortstuwing:

voortstuwing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de voortstuwing (stuwkracht; aandrijving)
the propulsion; the propulsive force; the propelling-force
- propulsion [the ~] zelfstandig naamwoord
- propulsive force [the ~] zelfstandig naamwoord
- propelling-force [the ~] zelfstandig naamwoord
de voortstuwing (stuwkracht; dynamiek)
the impetus; the momentum; the drive
- impetus [the ~] zelfstandig naamwoord
- momentum [the ~] zelfstandig naamwoord
- drive [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor voortstuwing:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drive	dynamiek; stuwkracht; voortstuwing	aandrift; aandrijving; autorijden; daadkracht; dagreis; diskettestation; drift; drijfjacht; energie; esprit; excursie; fut; gang; heenrit; impuls; inrit; instinct; klopjacht; kracht; momentum; motor; oprijlaan; oprit; prikkel; puf; reis; rijden; rijtochtje; rijtoer; rit; schijfstation; station; stimulans; tocht; tochtje; toer; toertje; tournee; trip; uitje; uitstapje; werklust
impetus	dynamiek; stuwkracht; voortstuwing	aandrift; daadkracht; energie; esprit; fut; impuls; kracht; momentum; prikkel; puf; stimulans; werklust
momentum	dynamiek; stuwkracht; voortstuwing	aandrift; daadkracht; energie; esprit; fut; impuls; kracht; momentum; prikkel; puf; stimulans; voortvarendheid; werklust
propelling-force	aandrijving; stuwkracht; voortstuwing	aandrijving; motor
propulsion	aandrijving; stuwkracht; voortstuwing	aandrijfkracht; aandrijving; drijfkracht; motor; stuwkracht
propulsive force	aandrijving; stuwkracht; voortstuwing
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drive		aan het stuur zitten; aandrijven; aansporen; aanzetten; berijden; een paard mennen; heien; karren; mennen; opkrikken; opwekken; opzwepen; prikkelen; rijden; sterk prikkelen; stimuleren; sturen; zenden

Computer vertaling door derden: