Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. voortbrengsel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voortbrengsel (Nederlands) in het Engels

voortbrengsel:

voortbrengsel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het voortbrengsel (opbrengst; rendement; uitkomst; product; oogst)
    the profit; the yield; the benefit; the return; the output; the gain
    • profit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • yield [the ~] zelfstandig naamwoord
    • benefit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • return [the ~] zelfstandig naamwoord
    • output [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gain [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor voortbrengsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benefit oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; benefiet; benefietvoorstelling; geruststelling; gewin; nut; opluchting; profijt; sociale bijstand; verademing; vergoeding; voordeeltje; waarde; winst
gain oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; baat; boodschap; gewin; koop; profijt; winst
output oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; gewin; oogst; opbrengst van een gewas; profijt; uitvoer; winst
profit oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel aangekochte; aankoop; aanschaf; aanwinst; acquisitie; baat; boodschap; gewin; koop; nut; profijt; voordeeltje; waarde; winst; winstsaldo
return oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; contraprestatie; gewin; profijt; rentabiliteit; retour; return; tegendienst; tegenprestatie; teruggave; terugkeer; terugkomst; terugreis; terugwedstrijd; thuiskomst; wederdienst; weergave; winst
yield oogst; opbrengst; product; rendement; uitkomst; voortbrengsel baat; gewin; oogst; opbrengst van een gewas; profijt; rentabiliteit; winst
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gain aankomen; behalen; dikker worden; gewinnen; inhalen; inlopen; kennis opdoen; leren; meekrijgen; meepikken; oppikken; opsteken; verkrijgen; verwerven; winnen; zwaarder worden
return dateren; keren; omkeren; retourneren; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; teruggooien; teruggrijpen; terugkeren; terugkomen; terugsturen; terugwerpen; terugzenden; wederkeren; weerkeren
yield afstaan; akkoord gaan; instemmen; overgeven
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
return achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug

Verwante woorden van "voortbrengsel":

  • voortbrengselen, voortbrengsels

Computer vertaling door derden: