Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voormaals (Nederlands) in het Engels

voormaals:

voormaals bijvoeglijk naamwoord

  1. voormaals (voorheen; vroeger; eertijds)
    in former times; earlier; previously; formerly; in bygone days; since; back
    before
    – earlier in time; previously 1
    • before bijwoord
      • I had known her before1
      • as I said before1
      • he called me the day before but your call had come even earlier1

Vertaal Matrix voor voormaals:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
back achterkant; achterspeler; achterzijde; back; leuning; rug; rugleuning; rugzijde
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
back assisteren; bijspringen; bijstaan; financieren; helpen; ondersteunen; opkomen voor; seconderen; weldoen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
earlier ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
before eertijds; voorheen; voormaals; vroeger aleer; alvoor; alvorens; daarvoor; eer; ervoor; ex; geweest; gewezen; in aanwezigheid van; overstaan; tevoren; toenmalig; van tevoren; vantevoren; voor; vooraf; vooraleer; voordat; voorheen; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere
formerly eertijds; voorheen; voormaals; vroeger ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; voortijds; vorige; vroeger; vroegere; weleer
previously eertijds; voorheen; voormaals; vroeger eerder; tevoren; van tevoren; vooraf; voordien; voorheen; vroeger
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
since sedert; sindsdien
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
back eertijds; voorheen; voormaals; vroeger achteruit; achterwaarts; andermaal; naar achter; naar achteren; nogmaals; opnieuw; rugwaarts; terug; weder; wederom; weer; weerom
earlier eertijds; voorheen; voormaals; vroeger
in bygone days eertijds; voorheen; voormaals; vroeger voortijds
in former times eertijds; voorheen; voormaals; vroeger ex; geweest; gewezen; toenmalig; voorheen; voormalig; voormalige; voortijds; vorige; vroeger; vroegere
since eertijds; voorheen; voormaals; vroeger aangezien; daar; immers; nadien; omdat; sedert; sinds; sinds die tijd; sindsdien; vanaf het moment dat; vermits