Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. voorhanden:
  2. voorhand:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voorhanden (Nederlands) in het Engels

voorhanden:

voorhanden bijvoeglijk naamwoord

  1. voorhanden (voorradig; aanwezig; in voorraad; op voorraad)
    in stock
    – available for use or sale 1
    • in stock bijvoeglijk naamwoord
      • they have plenty of stonewashed jeans in stock1

Vertaal Matrix voor voorhanden:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in stock aanwezig; in voorraad; op voorraad; voorhanden; voorradig leverbaar; op voorraad; verkrijgbaar

Verwante woorden van "voorhanden":


Wiktionary: voorhanden

voorhanden
adjective
  1. beschikbaar, voorradig

voorhand:

voorhand [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de voorhand
    the forehand
    • forehand [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor voorhand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forehand voorhand forehand

Verwante woorden van "voorhand":


Wiktionary: voorhand

voorhand
verb
  1. set or appoint beforehand