Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- voldoende:
-
Wiktionary:
- voldoende → sufficient, enough, plenty of
- voldoende → sufficiently
- voldoende → enough
- voldoende → adequate, sufficient
- voldoende → satisfy
- voldoende → suffice, enough, sufficient, smug
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor voldoende (Nederlands) in het Engels
voldoende:
-
voldoende (toereikend; sufficiënt; bevredigend; genoeg; genoegzaam)
sufficient; satisfactory; adequate; enough; up to the mark-
sufficient bijvoeglijk naamwoord
-
satisfactory bijvoeglijk naamwoord
-
adequate bijvoeglijk naamwoord
-
enough bijvoeglijk naamwoord
-
up to the mark bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor voldoende:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
adequate | bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende | passend |
satisfactory | bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende | |
sufficient | bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende | |
- | zat | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | genoeg | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
enough | bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende | basta; beu; genoeg |
up to the mark | bevredigend; genoeg; genoegzaam; sufficiënt; toereikend; voldoende | volwaardig |
Verwante woorden van "voldoende":
Synoniemen voor "voldoende":
Verwante definities voor "voldoende":
Wiktionary: voldoende
voldoende
Cross Translation:
pronoun
voldoende
-
toereikend, genoeg
- voldoende → sufficient; enough; plenty of
-
tot bevrediging
- voldoende → sufficiently
en-det
adjective
-
equal to some requirement
-
adequate to wants
-
to meet needs, to fulfill
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• voldoende | → suffice | ↔ genügen — für einen bestimmten Zweck in ausreichendem Maß zur Verfügung stehen |
• voldoende | → enough; sufficient | ↔ genügend — von zufriedenstellender Menge oder Qualität |
• voldoende | → sufficient; enough; smug | ↔ suffisant — Qui suffire. |