Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. visite:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor visite (Nederlands) in het Engels

visite:

visite [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de visite (bezoek; aanloop)
    the visitors
    • visitors [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor visite:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
visitors aanloop; bezoek; visite bezoekers; klanten

Verwante woorden van "visite":

  • visites

Wiktionary: visite

visite
noun
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
visite tour; visit; call visite — Action d’aller voir quelqu’un par civilité ou par devoir. (Sens général).

Verwante vertalingen van visite