Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verzorger:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor verzorger:
    • caregiver


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verzorger (Nederlands) in het Engels

verzorger:

verzorger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de verzorger (dierverzorger)
    the caretaker; the animal foster; the attendant; the facilitator; the nurse; the orderly

Vertaal Matrix voor verzorger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
animal foster dierverzorger; verzorger
attendant dierverzorger; verzorger bewaker; broeder; deurwachter; diaken; hulp; oppasser; ordebewaarder; portier; suppoost; verpleger; verzorgster; wacht; ziekenbroeder; ziekenoppasser
caretaker dierverzorger; verzorger conciërge; huisbewaarder; huismeester; portier; schoolbewaarder; verzorgster
facilitator dierverzorger; verzorger
nurse dierverzorger; verzorger babyoppas; babysitter; baker; kinderoppas; min; oppas; verpleegkundige; verpleegster; ziekenverpleegster; ziekenverpleger; zoogmoeder; zuster
orderly dierverzorger; verzorger broeder; diaken; hulp; militaire rapporteur; ordonnans; verpleger; ziekenbroeder; ziekenoppasser
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nurse een baby zogen; geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; koesteren; toedienen; verplegen; verstrekken; verzorgen; zogen; zorgen voor; zorgen voor iets
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attendant begeleidend
orderly geordend; gerangschikt; goed geordend; opgeruimd; ordelijk; ordelijk gemaakt; welgeordend

Verwante woorden van "verzorger":

  • verzorgers

Wiktionary: verzorger

verzorger
noun
  1. someone who looks after another