Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- vervelend:
- vervelen:
-
Wiktionary:
- vervelend → boring, annoying, obnoxious, irksome, humdrum, pesky, untoward
- vervelend → annoying
- vervelend → disagreeable, distasteful, unpleasant, nasty, annoying, boring, tedious, tiresome, wearisome, dull, monotonous, importune, moody, dreary, dismal
- vervelen → be bored, grate, chagrin, chafe, bore, annoy
- vervelen → bore, tire, weary
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vervelend (Nederlands) in het Engels
vervelend:
-
vervelend (saai; eentonig; suf; slaapverwekkend; monotoon; afgezaagd)
-
vervelend (saai; ellendig; afgezaagd; langdraadig; rot; langwijlig; lastig; melig)
-
vervelend (ergerlijk; irritant)
annoying; irritating; aggravating; exasperating; tiresome-
annoying bijvoeglijk naamwoord
-
irritating bijvoeglijk naamwoord
-
aggravating bijvoeglijk naamwoord
-
exasperating bijvoeglijk naamwoord
-
tiresome bijvoeglijk naamwoord
-
-
vervelend (langdradig; wijdlopig)
long-winded; tedious; lengthy-
long-winded bijvoeglijk naamwoord
-
tedious bijvoeglijk naamwoord
-
lengthy bijvoeglijk naamwoord
-
-
vervelend (landerig; futloos; lamlendig)
down in the dumps-
down in the dumps bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor vervelend:
Verwante woorden van "vervelend":
Synoniemen voor "vervelend":
Antoniemen van "vervelend":
Verwante definities voor "vervelend":
Wiktionary: vervelend
vervelend
vervelend
Cross Translation:
adjective
-
offensive, very annoying
-
disagreeable or troublesome by reason of long continuance or repetition; bothersome; annoying; irritating; wearisome; tedious
-
lacking variety or excitement; dull; boring
-
annoying, troublesome, irritating
-
unruly, troublesome
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vervelend | → disagreeable; distasteful; unpleasant; nasty | ↔ désagréable — Qui déplaire, de quelque manière que ce être. |
• vervelend | → annoying | ↔ embêtant — (familier, fr) Qui embêter. |
• vervelend | → boring; tedious; tiresome; wearisome; dull; monotonous | ↔ ennuyeux — Qui cause de l’ennui. |
• vervelend | → importune | ↔ importun — Qui déplaire, qui ennuyer, qui fatiguer par des assiduités, par des discours, par des demandes, par une présence hors de propos, etc. |
• vervelend | → moody; dull; dreary; dismal | ↔ maussade — D’humeur chagrin ; sombre ; ombrageux ; morose ; renfrogné. |
vervelend vorm van vervelen:
-
vervelen
-
vervelen (irriteren; op de zenuwen werken; ergeren)
to annoy; to irritate; cause irritation; to chafe; to vex; to give offence; to anger-
cause irritation werkwoord
Conjugations for vervelen:
o.t.t.
- verveel
- verveelt
- verveelt
- vervelen
- vervelen
- vervelen
o.v.t.
- verveelde
- verveelde
- verveelde
- verveelden
- verveelden
- verveelden
v.t.t.
- heb verveeld
- hebt verveeld
- heeft verveeld
- hebben verveeld
- hebben verveeld
- hebben verveeld
v.v.t.
- had verveeld
- had verveeld
- had verveeld
- hadden verveeld
- hadden verveeld
- hadden verveeld
o.t.t.t.
- zal vervelen
- zult vervelen
- zal vervelen
- zullen vervelen
- zullen vervelen
- zullen vervelen
o.v.t.t.
- zou vervelen
- zou vervelen
- zou vervelen
- zouden vervelen
- zouden vervelen
- zouden vervelen
diversen
- verveel!
- verveelt!
- verveeld
- vervelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze