Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verstrengelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verstrengelen (Nederlands) in het Engels

verstrengelen:

verstrengelen werkwoord (verstrengel, verstrengelt, verstrengelde, verstrengelden, verstrengeld)

  1. verstrengelen (ineenstrengelen; samenvlechten)
    to intertwine; to interlace
    • intertwine werkwoord (intertwines, intertwined, intertwining)
    • interlace werkwoord (interlaces, interlaced, interlacing)

Conjugations for verstrengelen:

o.t.t.
  1. verstrengel
  2. verstrengelt
  3. verstrengelt
  4. verstrengelen
  5. verstrengelen
  6. verstrengelen
o.v.t.
  1. verstrengelde
  2. verstrengelde
  3. verstrengelde
  4. verstrengelden
  5. verstrengelden
  6. verstrengelden
v.t.t.
  1. heb verstrengeld
  2. hebt verstrengeld
  3. heeft verstrengeld
  4. hebben verstrengeld
  5. hebben verstrengeld
  6. hebben verstrengeld
v.v.t.
  1. had verstrengeld
  2. had verstrengeld
  3. had verstrengeld
  4. hadden verstrengeld
  5. hadden verstrengeld
  6. hadden verstrengeld
o.t.t.t.
  1. zal verstrengelen
  2. zult verstrengelen
  3. zal verstrengelen
  4. zullen verstrengelen
  5. zullen verstrengelen
  6. zullen verstrengelen
o.v.t.t.
  1. zou verstrengelen
  2. zou verstrengelen
  3. zou verstrengelen
  4. zouden verstrengelen
  5. zouden verstrengelen
  6. zouden verstrengelen
diversen
  1. verstrengel!
  2. verstrengelt!
  3. verstrengeld
  4. verstrengelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verstrengelen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
interlace ineenstrengelen; samenvlechten; verstrengelen doorspekken; ineenvlechten; interlace; larderen; rijkelijk voorzien van; samenweven; vervlechten; verweven
intertwine ineenstrengelen; samenvlechten; verstrengelen ineenvlechten; vervlechten; verweven