Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verspillen (Nederlands) in het Engels
verspillen:
-
verspillen (verbrassen; verkwanselen; verkwisten; verkopen; verboemelen)
-
verspillen (verdoen)
Conjugations for verspillen:
o.t.t.
- verspil
- verspilt
- verspilt
- verspillen
- verspillen
- verspillen
o.v.t.
- verspilde
- verspilde
- verspilde
- verspilden
- verspilden
- verspilden
v.t.t.
- heb verspild
- hebt verspild
- heeft verspild
- hebben verspild
- hebben verspild
- hebben verspild
v.v.t.
- had verspild
- had verspild
- had verspild
- hadden verspild
- hadden verspild
- hadden verspild
o.t.t.t.
- zal verspillen
- zult verspillen
- zal verspillen
- zullen verspillen
- zullen verspillen
- zullen verspillen
o.v.t.t.
- zou verspillen
- zou verspillen
- zou verspillen
- zouden verspillen
- zouden verspillen
- zouden verspillen
diversen
- verspil!
- verspilt!
- verspild
- verspillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verspillen:
Wiktionary: verspillen
verspillen
Cross Translation:
verb
verspillen
-
door nalatigheid verloren laten gaan
- verspillen → waste
verb
-
dish made by deep-frying
-
to waste
-
to squander
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verspillen | → dissipate; waste; squander; disperse; chase away | ↔ dissiper — détruire en disperser. |
• verspillen | → waste | ↔ gaspiller — Dépenser, consommer avec prodigalité. (Sens général). |
• verspillen | → lavish; squander; waste | ↔ prodiguer — donner, dépenser avec profusion. |