Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor verscholen (Nederlands) in het Engels
verscholen:
-
verscholen
-
verscholen (verhuld; verborgen; verdoezeld; verholen; verbloemd)
concealed; disguised; undisclosed; veiled; secret; in disguise; unseen; secretly-
concealed bijvoeglijk naamwoord
-
disguised bijvoeglijk naamwoord
-
undisclosed bijvoeglijk naamwoord
-
veiled bijvoeglijk naamwoord
-
secret bijvoeglijk naamwoord
-
in disguise bijvoeglijk naamwoord
-
unseen bijvoeglijk naamwoord
-
secretly bijwoord
-
Vertaal Matrix voor verscholen:
verschuilen:
-
verschuilen (verstoppen)
Conjugations for verschuilen:
o.t.t.
- verschuil
- verschuilt
- verschuilt
- verschuilen
- verschuilen
- verschuilen
o.v.t.
- verschool
- verschool
- verschool
- verscholen
- verscholen
- verscholen
v.t.t.
- heb verscholen
- hebt verscholen
- heeft verscholen
- hebben verscholen
- hebben verscholen
- hebben verscholen
v.v.t.
- had verscholen
- had verscholen
- had verscholen
- hadden verscholen
- hadden verscholen
- hadden verscholen
o.t.t.t.
- zal verschuilen
- zult verschuilen
- zal verschuilen
- zullen verschuilen
- zullen verschuilen
- zullen verschuilen
o.v.t.t.
- zou verschuilen
- zou verschuilen
- zou verschuilen
- zouden verschuilen
- zouden verschuilen
- zouden verschuilen
diversen
- verschuil!
- verschuilt!
- verscholen
- verschuilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor verschuilen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hide | huid; vel | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hide | verschuilen; verstoppen | achterhouden; bemantelen; bescherming zoeken; schuilen; toevluchten; uitwijken; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegkruipen; wegstoppen |