Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verdring (Nederlands) in het Engels

verdringen:

verdringen werkwoord (verdring, verdringt, verdrong, verdrongen, verdrongen)

  1. verdringen (iemand van de plaats dringen)
    to push aside; to push away; elbow out
    • push aside werkwoord (pushes aside, pushed aside, pushing aside)
    • push away werkwoord (pushes away, pushed away, pushing away)
    • elbow out werkwoord
  2. verdringen (gevoelens verdringen)

Conjugations for verdringen:

o.t.t.
  1. verdring
  2. verdringt
  3. verdringt
  4. verdringen
  5. verdringen
  6. verdringen
o.v.t.
  1. verdrong
  2. verdrong
  3. verdrong
  4. verdrongen
  5. verdrongen
  6. verdrongen
v.t.t.
  1. heb verdrongen
  2. hebt verdrongen
  3. heeft verdrongen
  4. hebben verdrongen
  5. hebben verdrongen
  6. hebben verdrongen
v.v.t.
  1. had verdrongen
  2. had verdrongen
  3. had verdrongen
  4. hadden verdrongen
  5. hadden verdrongen
  6. hadden verdrongen
o.t.t.t.
  1. zal verdringen
  2. zult verdringen
  3. zal verdringen
  4. zullen verdringen
  5. zullen verdringen
  6. zullen verdringen
o.v.t.t.
  1. zou verdringen
  2. zou verdringen
  3. zou verdringen
  4. zouden verdringen
  5. zouden verdringen
  6. zouden verdringen
diversen
  1. verdring!
  2. verdringt!
  3. verdrongen
  4. verdringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verdringen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elbow out iemand van de plaats dringen; verdringen
hide feelings gevoelens verdringen; verdringen
push aside iemand van de plaats dringen; verdringen terzijde schuiven
push away iemand van de plaats dringen; verdringen wegdringen; wegdrukken; wegduwen; wegschuiven
suppress feelings gevoelens verdringen; verdringen

Wiktionary: verdringen

verdringen
verb
  1. move through by pushing and shoving

Cross Translation:
FromToVia
verdringen displace verdrängen — (transitiv): jemanden oder etwas von seiner Stelle drängen oder schieben
verdringen refuse; decline; withhold; spurn; disallow; relay; resend; repulse; repress; refute; rebut; dismiss; shun; disavow; throw away; discard; dispose; dump rejeter — Traductions à trier suivant le sens