Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verblindend:
  2. verblinden:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verblindend (Nederlands) in het Engels

verblindend:

verblindend bijvoeglijk naamwoord

  1. verblindend (oogverblindend; schitterend)
    dazzling; blinding

Vertaal Matrix voor verblindend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinding blende; blindering
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinding oogverblindend; schitterend; verblindend
dazzling oogverblindend; schitterend; verblindend duizelingwekkend; glorierijk; luisterrijk; lustrijk; magnifiek; prachtig; schitterend

verblindend vorm van verblinden:

verblinden werkwoord (verblind, verblindt, verblindde, verblindden, verblind)

  1. verblinden
    to blind
    – render unable to see 1
    • blind werkwoord (blinds, blinded, blinding)
  2. verblinden
    to daze; to dazzle; bedazzle
    – to cause someone to lose clear vision, especially from intense light 1
    • daze werkwoord (dazes, dazed, dazing)
    • dazzle werkwoord (dazzles, dazzled, dazzling)
      • She was dazzled by the bright headlights1
    • bedazzle werkwoord

Conjugations for verblinden:

o.t.t.
  1. verblind
  2. verblindt
  3. verblindt
  4. verblinden
  5. verblinden
  6. verblinden
o.v.t.
  1. verblindde
  2. verblindde
  3. verblindde
  4. verblindden
  5. verblindden
  6. verblindden
v.t.t.
  1. heb verblind
  2. hebt verblind
  3. heeft verblind
  4. hebben verblind
  5. hebben verblind
  6. hebben verblind
v.v.t.
  1. had verblind
  2. had verblind
  3. had verblind
  4. hadden verblind
  5. hadden verblind
  6. hadden verblind
o.t.t.t.
  1. zal verblinden
  2. zult verblinden
  3. zal verblinden
  4. zullen verblinden
  5. zullen verblinden
  6. zullen verblinden
o.v.t.t.
  1. zou verblinden
  2. zou verblinden
  3. zou verblinden
  4. zouden verblinden
  5. zouden verblinden
  6. zouden verblinden
diversen
  1. verblind!
  2. verblindt!
  3. verblind
  4. verblindend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verblinden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blind blind; valgordijn; vensterluik
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedazzle verblinden
blind verblinden afdekken; blinderen
daze verblinden overbluffen; overdonderen
dazzle verblinden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blind blind; niet zien kunnend

Wiktionary: verblinden

verblinden
verb
  1. confuse the sight
  2. make temporarily or permanently blind

Cross Translation:
FromToVia
verblinden dazzle aveuglerrendre aveugle.