Verbinding in het Engels vertaald uit het Nederlands

Remove Ads

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

verbinding:
- connection; junction; linking; liaison; association; combination; union; contact; junctions; linkage; telephone connection; line; relation; bond; relationship; link; joining together; linking together; Junction
Wiktionary:
- verbinding → connection, compound, nexus, link, line, ligature, juncture, joint, join, communication, combination, association
Gebruikers suggesties voor verbinding:
- compound

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verbinding (Nederlands) in het Engels

verbinding:

verbinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de verbinding (aaneensluiting; koppeling)
the connection; the junction; the linking; the liaison; the association; the combination; the union
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
- junction [the ~] zelfstandig naamwoord
- linking [the ~] zelfstandig naamwoord
- liaison [the ~] zelfstandig naamwoord
- association [the ~] zelfstandig naamwoord
- combination [the ~] zelfstandig naamwoord
- union [the ~] zelfstandig naamwoord
de verbinding (contact; aansluiting; connectie)
the contact; the connection; the junctions; the linkage; the telephone connection; the linking; the line
- contact [the ~] zelfstandig naamwoord
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
- junctions [the ~] zelfstandig naamwoord
- linkage [the ~] zelfstandig naamwoord
- telephone connection [the ~] zelfstandig naamwoord
- linking [the ~] zelfstandig naamwoord
- line [the ~] zelfstandig naamwoord
de verbinding (relatie; link; verband; samenhang; liaison; connectie; aansluiting; band)
the association; the relation; the junction; the liaison; the connection; the bond; the relationship; the link
- association [the ~] zelfstandig naamwoord
- relation [the ~] zelfstandig naamwoord
- junction [the ~] zelfstandig naamwoord
- liaison [the ~] zelfstandig naamwoord
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
- bond [the ~] zelfstandig naamwoord
- relationship [the ~] zelfstandig naamwoord
- link [the ~] zelfstandig naamwoord
de verbinding (samenhang; correlatie; band; relatie; verband)
the relationship; the connection
- relationship [the ~] zelfstandig naamwoord
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
de verbinding (aaneenvoeging; samenvoeging)
the connection
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
de verbinding (samenvoeging; las)
the connection; the joining together
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
- joining together [the ~] zelfstandig naamwoord
de verbinding (aaneenkoppeling; koppeling)
the junction; the liaison; the connection; the linking; the linking together; the union; the combination
- junction [the ~] zelfstandig naamwoord
- liaison [the ~] zelfstandig naamwoord
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
- linking [the ~] zelfstandig naamwoord
- linking together [the ~] zelfstandig naamwoord
- union [the ~] zelfstandig naamwoord
- combination [the ~] zelfstandig naamwoord
de verbinding
the connection
– A physical link via wire, radio, fiber-optic cable, or other medium between two or more communications devices. ¹
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
de verbinding
the Junction
– In Process Engineering, the shape used to connect pipelines when one pipeline is split by another pipeline. The default junction shape is Junction. However, you can specify any shape on the document stencil as a junction. ¹
- Junction [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor verbinding:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Junction	verbinding
association	aaneensluiting; aansluiting; band; connectie; koppeling; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding	akkoord; ambachtsgilde; associatie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; club; coalitie; compagnonschap; deelgenootschap; dispuut; federatie; genootschap; gezelschap; gilde; koppeling; liga; orde; organisatie; pact; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; verbond; verdrag; vereniging; verenigingsdispuut
bond	aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding	akkoord; band; bankpost; binding; bond; bondgenootschap; borg; borgtocht; cautie; federatie; garantie; gebondenheid; het gebonden zijn; liga; obligatie; obligatielening; onderpand; pact; pand; securiteit; unie; verbond; verdrag; waarborg; waarborging; waarborgsom; waardepapier
combination	aaneenkoppeling; aaneensluiting; koppeling; verbinding	affaire; avontuurtje; chemische verbinding; combinatie; liaison; reagens; relatie; samenstelling; slippertje; verhouding
connection	aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; aansluiting; band; connectie; contact; correlatie; koppeling; las; liaison; link; relatie; samenhang; samenvoeging; verband; verbinding	aansluiting; affaire; avontuurtje; connectie; eensgezindheid; las; liaison; link; onderling verband; relatie; saamhorigheid; samenhang; schakel; schakeling; slippertje; solidariteit; telefoonaansluiting; telefoonlijn; telefoonverbinding; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel; verband; verbondenheid; verhouding; verwantschap
contact	aansluiting; connectie; contact; verbinding	connectie; contact; contactlens; contactpersoon; lens; link; omgaan met mensen; omgang; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband; voeling
joining together	las; samenvoeging; verbinding	bijeen voegen
junction	aaneenkoppeling; aaneensluiting; aansluiting; band; connectie; koppeling; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding	affaire; avontuurtje; knooppunt; kruising; kruispunt; liaison; punt waar lijnen elkaar kruisen; relatie; samenstroming; samenvloeiing; slippertje; verhouding; verkeersknooppunt
junctions	aansluiting; connectie; contact; verbinding	aansluiting; telefoonaansluiting; telefoonlijn; verbindingen
liaison	aaneenkoppeling; aaneensluiting; aansluiting; band; connectie; koppeling; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding	affaire; avontuurtje; liaison; relatie; slippertje; verhouding
line	aansluiting; connectie; contact; verbinding	afzetlint; colonne; file; gelid; koord; kordon; lijn; lijntje; linie; lint; politielint; regel; rij; schriftlijn; streep; streepje
link	aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding	OLE/DDE-koppeling; band; binding; connectie; gebondenheid; het gebonden zijn; hyperlink; koppeling; lijnverbinding; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; schalm; verband
linkage	aansluiting; connectie; contact; verbinding
linking	aaneenkoppeling; aaneensluiting; aansluiting; connectie; contact; koppeling; verbinding	affaire; avontuurtje; koppelen; koppeling; liaison; relatie; schakeling; slippertje; verbinden; verhouding
linking together	aaneenkoppeling; koppeling; verbinding
relation	aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding	context; proportie; relatie; tekstverband; verhouding; verwantschap
relationship	aansluiting; band; connectie; correlatie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding	liaison; liefdesavontuur; liefdesbetrekking; liefdesgeschiedenis; liefdesrelatie; relatie; romance; verhouding; verkering; verwantschap
telephone connection	aansluiting; connectie; contact; verbinding	telefoonverbinding
union	aaneenkoppeling; aaneensluiting; koppeling; verbinding	affaire; akkoord; ambachtsgilde; associatie; avontuurtje; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; club; coalitie; federatie; genootschap; gilde; liaison; liga; orde; organisatie; pact; relatie; slippertje; societiet; sociëteit; soos; unie; vakgenootschap; verbond; verdrag; vereniging; verhouding
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
line		belijnen; lijnen; liniëren; strepen; strepen trekken; van lijnen voorzien
link		aansluiten; bijeen voegen; combineren; koppelen; onderling verbinden; paren; samenkoppelen; samenvoegen; van verband voorzien; verbinden
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
linking		koppelen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
linking		toetredend

Verwante woorden van "verbinding":

verbindings

Wiktionary: verbinding

verbinding

noun

verbinden of samenvoegen
- verbinding → connection
scheikunde
- verbinding → compound
communicatie
- verbinding → connection
vervoer
- verbinding → connection

verbinding

noun

connection
- nexus; link → band; verbinding; koppeling; relatie; link
computing: connection between busses or systems
- link → link; verbinding
connected series of public conveyances, and hence, an established arrangement for forwarding merchandise, etc.
- line → verbinding
telephone or network connection
- line → verbinding; lijn; aansluiting
cord etc.
- ligature → verbinding; afbinding; band
act of tying
- ligature → verbinding; ligatuur
junction
- juncture → aanhechtingspunt; verbinding
point of a rigid joint, means of joining in carpentry
- joint → verbinding
an intersection of piping or wiring; an interconnect
- join → verbinding
established communications or transportation link
- connection → verbinding
point at which two or more things are joined
- connection → verbinding; connectie
act of connecting
- connection → verbinding; connectie
potential for information exchange
- communication → verbinding
act of combining
- combination → verbinding; combinatie
state of being associated; connection to or an affiliation with something
- association → verbinding; associatie

Verwante vertalingen van verbinding

¹Microsoft® Language Portal

Remove Ads

Vertaal verbinding van Nederlands naar Engels

Uitgebreide vertaling voor verbinding (Nederlands) in het Engels

verbinding:

verbinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de verbinding (aaneensluiting; koppeling)

de verbinding (contact; aansluiting; connectie)

de verbinding (relatie; link; verband; samenhang; liaison; connectie; aansluiting; band)

de verbinding (samenhang; correlatie; band; relatie; verband)

de verbinding (aaneenvoeging; samenvoeging)

de verbinding (samenvoeging; las)

de verbinding (aaneenkoppeling; koppeling)

de verbinding

de verbinding

Vertaal Matrix voor verbinding:

Verwante woorden van "verbinding":

Wiktionary: verbinding

Verwante vertalingen van verbinding