Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vent:
  2. venten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vent (Nederlands) in het Engels

vent:

vent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vent (kerel; knakker; man; )
    the man; the fellow; the gent; the bloke; the chap; the cove; the mister; the type
    • man [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fellow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bloke [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cove [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mister [the ~] zelfstandig naamwoord
    • type [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de vent (sujet; heerschap)
    the guy; the bloke; the fellow; the chap
    • guy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bloke [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fellow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chap [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de vent (gozer; knakker; knul; kerel; goser)
    the chap; the man; the lad; the fellow; the bloke
    • chap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • man [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lad [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fellow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bloke [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. de vent (manspersoon; man; kerel)
    the man
    • man [the ~] zelfstandig naamwoord
    the male
    – a person who belongs to the sex that cannot have babies 1
    • male [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloke gast; goser; gozer; heerschap; kerel; knakker; knul; man; sujet; vent
chap gast; goser; gozer; heerschap; kerel; knakker; knul; man; sujet; vent snuiter
cove gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent
fellow gast; goser; gozer; heerschap; kerel; knakker; knul; man; sujet; vent ambtgenoot; collega; compagnon; gabber; gezel; kameraad; kameraadje; kerel; kompaan; kornuit; maat; maatje; makker; metgezel; pal; snuiter; spitsbroeder; vakgenoot; vriend; vriendje
gent gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent heer; heerser; machthebber; soeverein
guy heerschap; sujet; vent jongen; rakker; snuiter
lad goser; gozer; kerel; knakker; knul; vent baasje; jonge knaap; jongeling; jongeman; jongen; klein kereltje; rakker; snuiter
male kerel; man; manspersoon; vent mannetje; mannetjesdier
man gast; goser; gozer; kerel; knakker; knul; man; manspersoon; vent butler; damschijf; herenknecht; iemand; individu; kamerbediende; kamerdienaar; man; mens; mensenkind; persoon; schijf; wezen
mister gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent heer; heerser; machthebber; soeverein
type gast; gozer; kerel; knakker; knul; man; vent aard; genre; karakter; klasse; letter; lettersoort; letterteken; lettertype; onderverdeling; slag; soort; type
- kerel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
man bemannen
type machineschrijven; tikken; typen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
male mannelijk; potent; viriel
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
male vertrouwenspersoon

Verwante woorden van "vent":


Synoniemen voor "vent":


Verwante definities voor "vent":

  1. stoere man2
    • Bas is een flinke vent2

Wiktionary: vent

vent
noun
  1. een kerel, een man
vent
noun
  1. man
  2. slang: term of address for a man

Cross Translation:
FromToVia
vent guy; bloke; cove; chap; fellow; geezer; fella; dude; feller; homey; bruce Kerl — eine männliche Person (Dieser Begriff kann sowohl eine positive als auch eine negative Konnotation tragen je nach Eigenschaft der Männlichkeit, die angesprochen wird.)
vent fellow; guy hommeêtre humain mâle ; par opposition à la femme.
vent individual; person; fellow; guy; chap individu — didact|fr entité autonome qui ne peut être ni partager ni diviser sans perdre les caractéristiques qui lui sont propres.
vent bloke; chap; dude; fellow; guy mec — individu masculin
vent fellow; man; guy; male; bloke mâlehomme dans l’espèce humaine.

vent vorm van venten:

venten werkwoord (vent, ventte, ventten, gevent)

  1. venten (huis-aan-huis-verkopen; leuren)
    to peddle
    • peddle werkwoord (peddles, peddled, peddling)

Conjugations for venten:

o.t.t.
  1. vent
  2. vent
  3. vent
  4. venten
  5. venten
  6. venten
o.v.t.
  1. ventte
  2. ventte
  3. ventte
  4. ventten
  5. ventten
  6. ventten
v.t.t.
  1. heb gevent
  2. hebt gevent
  3. heeft gevent
  4. hebben gevent
  5. hebben gevent
  6. hebben gevent
v.v.t.
  1. had gevent
  2. had gevent
  3. had gevent
  4. hadden gevent
  5. hadden gevent
  6. hadden gevent
o.t.t.t.
  1. zal venten
  2. zult venten
  3. zal venten
  4. zullen venten
  5. zullen venten
  6. zullen venten
o.v.t.t.
  1. zou venten
  2. zou venten
  3. zou venten
  4. zouden venten
  5. zouden venten
  6. zouden venten
diversen
  1. vent!
  2. vent!
  3. gevent
  4. ventend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor venten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peddle huis-aan-huis-verkopen; leuren; venten verhandelen; verkopen

Verwante woorden van "venten":


Verwante vertalingen van vent