Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. variabele:
  2. variabel:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor variabele (Nederlands) in het Engels

variabele:

variabele bijvoeglijk naamwoord

  1. variabele
    variable

variabele

  1. variabele
    the variable
    – A named storage location capable of containing data that can be modified during program execution. 1
    • variable [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor variabele:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
variable variabele
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
variable variabele afwisselend; onbestendig; variabel; variërend; veranderlijk; wisselend; wisselvallig

Verwante woorden van "variabele":


Wiktionary: variabele

variabele
noun
  1. something that is variable
  2. something whose value may be dictated or discovered
  3. mathematics: a quantity that may assume any one of a set of values
  4. mathematics: a symbol representing a variable
  5. computing: a named mutable piece of storage

Cross Translation:
FromToVia
variabele variable VariableMathematik: Symbol, das für verschiedene Werte stehen kann

variabel:

variabel bijvoeglijk naamwoord

  1. variabel (variërend)
    variable; varying; changeable; inconstant; unstable

Vertaal Matrix voor variabel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
variable variabele
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
changeable variabel; variërend grillig; nukkig; onberekenbaar; onbestendig; onvoorspelbaar; variërend; veranderlijk; wispelturig; wisselend; wisselvallig
inconstant variabel; variërend inconsistent; veranderlijk
unstable variabel; variërend gedesequilibreerd; grillig; inconsistent; insolide; los; nukkig; onberekenbaar; onevenwichtig; onstabiel; onvast; onvoorspelbaar; onzeker; rank; variërend; veranderlijk; wankel; wankel evenwicht; wankelbaar; wankelend; wiebelend; wiebelig; wispelturig; wisselend; wisselvallig
variable variabel; variërend afwisselend; onbestendig; variabele; variërend; veranderlijk; wisselend; wisselvallig
varying variabel; variërend variërend; wisselend; wisselvallig

Verwante woorden van "variabel":


Wiktionary: variabel

variabel
adjective
  1. able to vary
  2. likely to vary
  3. marked by diversity or difference
  4. mathematics: having no fixed quantitative value

Computer vertaling door derden: