Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. valideren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor valideren (Nederlands) in het Engels

valideren:

valideren werkwoord (valideer, valideert, valideerde, valideerden, gevalideerd)

  1. valideren
    to validate
    • validate werkwoord (validates, validated, validating)
  2. valideren
    to validate
    – To compare files on local volumes with their associated data in secondary storage by Remote Storage. Validating files ensures that all the files on the managed volumes point to valid and correct data in remote storage. It also recalculates volume statistics. 1
    • validate werkwoord (validates, validated, validating)
  3. valideren
    to validate
    – To use an online process to confirm whether installed software was properly activated. 1
    • validate werkwoord (validates, validated, validating)

Conjugations for valideren:

o.t.t.
  1. valideer
  2. valideert
  3. valideert
  4. valideren
  5. valideren
  6. valideren
o.v.t.
  1. valideerde
  2. valideerde
  3. valideerde
  4. valideerden
  5. valideerden
  6. valideerden
v.t.t.
  1. heb gevalideerd
  2. hebt gevalideerd
  3. heeft gevalideerd
  4. hebben gevalideerd
  5. hebben gevalideerd
  6. hebben gevalideerd
v.v.t.
  1. had gevalideerd
  2. had gevalideerd
  3. had gevalideerd
  4. hadden gevalideerd
  5. hadden gevalideerd
  6. hadden gevalideerd
o.t.t.t.
  1. zal valideren
  2. zult valideren
  3. zal valideren
  4. zullen valideren
  5. zullen valideren
  6. zullen valideren
o.v.t.t.
  1. zou valideren
  2. zou valideren
  3. zou valideren
  4. zouden valideren
  5. zouden valideren
  6. zouden valideren
en verder
  1. ben gevalideerd
  2. bent gevalideerd
  3. is gevalideerd
  4. zijn gevalideerd
  5. zijn gevalideerd
  6. zijn gevalideerd
diversen
  1. valideer!
  2. valideert!
  3. gevalideerd
  4. validerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

valideren

  1. valideren
    to validate
    – To ensure that all data sources that are used by a KPI or scorecard are available. 1
    • validate werkwoord (validates, validated, validating)

Vertaal Matrix voor valideren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
validate valideren autoriseren; bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; fiatteren; goedkeuren; goedvinden; homologeren; ratificeren; toestemming verlenen

Wiktionary: valideren

valideren
verb
  1. intr|nld (formeel, nld) geldig, van kracht zijn

Cross Translation:
FromToVia
valideren validate validerrendre valide, déclarer valide.

Computer vertaling door derden: